Roeping. Jaargang 35(1959)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 155] [p. 155] Martin A. Veltman Het water Er was een water en hij wist dat hij er eenmaal in verdrinken zou. Geen strand begrensde het. Er was geen overkant. Geen kind zou hem als eens de lieve Mei van op een duintop zwaaiend met zijn hand begroeten. Zee was zee. Was zee voorbij de aarde. Water was het water. Vrij en sterk had het god eertijds overmand. Hij keerde zich en zag landinwaarts lichten der metropool. ‘Marlene woont daar’, dacht hij, ‘en de roepende soldaat. Wat wacht mij als ik kom? Wat kan een man verrichten dan liefde, wat meer geven dan zijn bloed?’ De zee kwam op. Hij liep haar tegemoet. Vorige Volgende