| |
| |
| |
Ben Wolken
Harmonie
Stemmenspel
STEMMEN:
A | Mannenstem enigszins emotioneel |
B | Mannenstem rustiger, beschouwelijk |
C | Mannenstem steeds gedempt, half fluisterend |
M | Meisje spontaan, soms met enige gêne |
O | Oude man niet al te verzorgd, vriendelijk. |
Verder zijn er nog 4 mannenstemmen en 3 vrouwenstemmen van onderscheiden type vereist, die tezamen de bijrollen vertolken kunnen, b.v. volgens dit schema:
1 |
basstem } [stemmen van de dingen] |
machinist |
conducteur |
|
2 |
bariton } [stemmen van de dingen] |
baanwerker |
treinbediende |
verslaggever |
3 |
tenor } [stemmen van de dingen] |
wisselwachter |
echtgenoot in epiloog |
|
4 |
altstem } [stemmen van de dingen] |
|
5 |
mezzo } [stemmen van de dingen] |
informatrice |
|
6 |
sopraan } [stemmen van de dingen] |
echtgenote van epiloog |
|
7 |
megafoonstem v.h. begin |
reiziger die informatie vraagt |
|
De geluiden van station e.d. hoeven niet al te realistisch te zijn. In het verloop kunnen ze dit steeds minder worden, tot de ramp, die zo suggestief en uitvoerig mogelijk dient gerealiseerd te worden.
Klinknagels worden ingeslagen.
MEGAFOONSTEM Treinstel 1460 |
schrille metaalzaag
gerevideerd |
zware hamerslagen
voor drie jaar goedgekeurd |
knippen van schakelaars
leidingen
gekontroleerd |
gezoem van motor
elektro-motor
proefgedraaid |
piepend geluid van metaal op metaal
remmen
bijgesteld |
zoevend geluid van metalen veren
vering
onverzwakt |
geruis van ontsnappende stoom
verwarming
laten functioneren |
noodremmen
in orde |
| |
| |
openschuivende en dichtslaande treinportieren
sluitingen
in orde |
enige tijd, mei onregelmatige tussenpozen, helderklinkende
hamerslagen op wielen
treinstel 1460 mag voorrijden |
- Nee, ik ben geen drinker. Als ik wat neem in een net café, zie ik in de spiegels dat ik een eerzaam man ben. Ik drink op mijn vrouw, ik drink op mijn kinderen. Mijn horloge blinkt, de baan blinkt ook.
Ja, ik ben ingespeeld op dit trajekt. Meester, zeggen ze, ben je daar, dan is de stationsklok achter. Ik ben de meester Er zit ham op mijn brood. Hoe lang het duurt doet er niet toe. Ik neem af en toe een slok koffie, dat verkort de reis zienderogen.
galm
- Ik ben onschuldig, al ben ik machinist. Mijn ogen en mijn gestel zijn goedgekeurd. Het eindpunt heb ik niet aangewezen.
Wat dacht je, ik ben mijn vrouw altijd trouw geweest. Ik kijk wel naar de meisjes die passeren, hoe kan 't anders als je hier staat. Mijn vrouw is de vroomste van ons twee.
Déze trein, ja. Ik ken ze van voor en van achteren, de treinen. Geraniums, mooi hè. Ik kweek ze al jaren. Tja, als we kinderen hadden, was 't anders.
galm
- Ik ben onschuldig, al ben ik wisselwachter. Het doen van mijn plicht verveelt mij niet. Ze zeggen, dat het mij heiligt.
Zo zit je dan in 't zand te kijken. Waarnaar? Naar de spreeuwen tussen de rails? Ik doe niks om mee in de krant te komen, maar gezond is 't zeker, dat zegt iedereen. Soms naar de wielen zitten kijken als ze voorbijkomen. Dan heb ik wel 'ns 't idee, - niet lachen hoor - dat ik mijn hand er onder moet leggen, om te voelen hoe zuiver 't gaat. Ja, ik zal wel wijzer zijn, hoor. Ik heb niet meer last van spit dan vroeger.
galm
- Ik ben onschuldig, al ben ik baanwerker. Mijn handen zijn aan 't ijzer verwant, ze begrijpen elke schroef aan de rails.
Het vertrek is om 13 uur 40, de aankomst om 15 uur 52.
Zijn er veel tussenstations juffrouw?
Bijna geen, u hebt de kortste verbinding.
Ziet u, 't is van veel belang, dat ik daar inderdaad voor vieren ben -
Wij geven geen garantie -
Nee natuurlijk niet - en toch zou ik dat nou net zo
| |
| |
graag hebben. Maar ik kan er toch wel op rekenen?
Natuurlijk. Goede reis meneer.
Veel dank.
- [terugkomend]
Ik heb vergeten 't op te schrijven. Hoe laat kwam ik ook weer precies aan?
bazuinstoot
[hoge toon]
Wij hebben er niets mee te maken,
wij willen er niets mee te maken hebben.
bazuinstoten
stilte
stationsgeluiden: schuifelende voeten, verre ivazige luidspreker, onverstaanbare stemmen
dit is de taal van de regelaars
schrijf je nog hoe de reis was
is dat dan iets dat je weten wilt
laten wij niet in de war komen
zal ik hier links gaan zitten
leuk om die bloemen er bij te doen
Is die plaats naast u nog vrij?
Ja; ik zit niet graag aan 't raam.
Dat kan ik u niet zeggen.
Laat me eens even denken --
Dat helpt gewoonlijk weinig.
Nee, ik kan er niet opkomen.
Wacht 'ns, u komt me ook bekend voor -
Dat zou dan geen wonder zijn.
- Probeer 't van u af te zetten.
Ja, dan valt 't ons later misschien ineens in. - 't Loopt hier aardig vol.
- Als je je zoiets nu maar uit je hoofd kon zetten, hè?
Maakt 't veel verschil? - We moesten maar gaan, onderhand.
Leuk om die laatsten te zien rennen, je kunt raden wie 't nog haalt.
Ja, als er wat te halen valt -
[lacht] Van geen enkele weet ik wat ie gaat doen. Kijk
| |
| |
daar, die oude, met z'n vieze neus; die loopt alsof hij de enige is en ze op hem wachten. Hé vadertje, opschieten. Nu veegt ie z'n neus af - ja hoor, hij komt er nog. Ik pak nooit zo'n stang meer aan.
Dat doe ik allang niet meer.
stationsgeluiden, gestommel op tussenbalkon, fluitje van conducteur
Dank u, dank u, nee mevrouw dank u [haalt neus op] Nee meneer, 't is niet nodig hoor. [hoest] Nou mag ie gaan, als ie d'r zin in heeft.
Volgens mij moet ie nu gaan. Het is precies zo laat als 't zijn moet.
Waarom doet ie 't nu niet? - O jajaja, even wachten nog; die mag mee, die moet mee. Kijk dan. O jongens, en nu komt ze misschien naast die natte neus te staan.
Waar geen geuren aan besteed zijn.
stationsgeluiden
Pardon, Dank u. Nee laat u maar.
Ik kan ook niet verder indeuken, juf.
[lacht] Dat hoeft niet. 't Gaat zo wel.
[van buiten] Doorlopen naar binnen! Doet uw best, dan heeft iedereen ruimte. - Ja?
laatste fluitsignaal, dichtslaan van portier, van een verder portier, geschok van op gang komende trein
Jazeker, dan krijg je eerst een hele opstoot. - Ik heb je ergens ontmoet, maar waar dan toch? - Och nee, ik zal 't van me afzetten. Je zit hier als haringen in een ton.
Ik krijg er altijd jeuk van.
Ik hoop 't. Heb jij wat te lezen?
Nee, ik kijk maar zo'n beetje rond.
In die vervelende gezichten ben je gauw uitgelezen.
Dat moet je niet zeggen. Kijk daar, die man met z'n kind - is 't 'n jongetje of een meisje - 't lijkt wel of ie er verliefd op is, zo houdt hij z'n gezicht er tegen.
Heb je helemaal niets te lezen?
Nee, stom geweest om niets mee te nemen. Moet je die vent zien, die z'n bril afdoet. Hij kan z'n elleboog niet opzij krijgen om z'n binnenzak te bereiken.
Toch heeft ie gelijk dat ie 'm afneemt.
treingeratel
Er worden ook ogen dichtgedrukt
met de zuiverheid van het begin
en ogen met verwondering om de eerste zonde
Wat zagen ze van het orkest
er waren er die hun kind in hun plaats stelden
en zodoende zochten naar het
Pardon, mag ik even passeren?
| |
| |
[verward] pardon - pardon - pardon.
Er is één mooie vrouw in elke trein
maar het nadeel van staan op een tussenbalkon
[fluisterend] Niet ijdel.
Goed is altijd voorlopig.
De trein werkt op de stemming hè?
Soms. Langzamerhand minder. 't Meest nog als 't lang duurt Je moet wat te lezen hebben.
Nou, nog niet tot in m'n keel.
Rook je helemaal niet? Ik meende dat je toen -
Wie praat er nou van helpen? Waar heb je 't over?
treingeratel
Ik hoop dat ik u niet derangeer -
O is die koffer van u - ja ik dacht ik kan 't even gebruiken.
Daar is 't niet tegen bestand hoor.
Ik kon 't niet weten, hè. Maar als u nou 'ns hier ging staan.
Dank u. Ja, dat gaat beter.
[gedempt] Je kunt hier verstand van stoffen krijgen, juffrouw. Ribfluweel, kameelhaar, katoen zus en katoen zo, wol of kamgaren - weet u wat dat eigenlijk is, kamgaren, ik niet - zij, goedkope en dure, nylon - ook iets geks - popeline -
- linnen - zal wel niet echt zijn - crêpe zus en crêpe zo, mousseline -
Nou ja, ik heb er niet zo veel verstand van, ik probeer 't te krijgen. Hebt u nooit zin om ze te bevoelen? Er zitten allemaal ruggen onder die stofjes, dat is 't gekke. [haalt neus op] 't Is te donker om ze goed te zien.
Om zo te reizen, zonder iets te zien.
Had u vroeger moeten komen.
Alles om ons heen staat ook stil.
Ze bewegen naar iets toe.
De trein beweegt, zij niet.
Ja, ik weet 't niet. Eigenlijk wel. Nee, eigenlijk niet.
| |
| |
Ze zeggen dat de zon schijnt. Dat maakt de mensen vrolijk.
Hij schijnt buiten het baanvak
hij staat op het gras op het water
hij staat in het bloed van de landarbeider
eigenlijk wel of eigenlijk niet?
Ik hoop dat u niet derangeert -
Iets geks, geloof ik. Ik keek zo naar u - dat moet u me niet kwalijk nemen - [haalt neus op] Zo kunt u toch goed staan, hè?
De wissels voorbij wordt de trein een kreet
en stolt tot gescheurd metaal
een oud dokument betreffende nederlagen
die men z'n best had gedaan te vergeten
muziek, die plotseling afbreekt
Hebt u de krant uit meneer, zou ik hem dan misschien mogen hebben? Of 't een oude is hindert niet, ik lees zelden kranten.
Ik meende juist dat je van lezen hield.
Jawel, maar geen kranten.
Ik lees alles, dat is toch leuk.
Ik doe 't juist om vol te houden.
Waarom dat nu? Stel je alleen al 'ns voor: je komt thuis, vermoeid, natgeregend voor mijn part, de kachel gloeit, je kunt zo direkt geen serieus werk doen -
[sarkastisch] - en dan ga je de krant lezen -
[verwonderd] Ja -. Zie je die bomen, hoe ze achter elkaar verschieten? 't Is net of ze zich om beurt willen verstoppen.
Ik heb je ergens gezien, meer dan eens, geloof ik -
treingeluid
Ze zeggen dat we door een bos gaan, juffrouw.
Waarom praat u toch de hele tijd tegen me?
O, is 't dan niet de moeite waard, te weten dat we door een bos gaan?
Nee, alleen als ik 't zie.
Tja, 't is ook zo vol. Maar als u goed kijkt, u bent nogal groot -
Ik hoop dat we er gauw zijn. Een reis waarvan je alleen het geratel hoort -
Geratel? Ik hoor muziek; ik hoor muziek uit 't bos -
Het trage vioolspel van de bossen
het gonzen van het brons op de takken
de heuvels zingen laag en zwart
het bewoog hier en daar achter de stammen
de heuvels verschoven in een danspas
dag zeggen zij het ga u goed -
Ik keek uit het raam en ik sliep - de trein reed midden door mijn hart -
| |
| |
Niet meer. Toch reed hij, ja, door mijn hart.
Daar heb ik over gelezen. Het heeft te maken met je verleden. Dat je slecht kent, overigens.
Met mijn verleden? Waarom niet met mijn toekomst, dat zou me mee interesseren.
Omdat je die helemaal niet kent.
Ik ken hem wel; als ik die man zie met zijn kind, wordt het warm in mijn ogen. Ik hoor gezang in de huizen van de komende steden.
Rijden we die niet voorbij? Weet je hoe kinderen huilen kunnen, uren lang? Zul je daar allemaal van houden?
Ook van z'n tranen, ja; in de stad die we niet voorbijrijden.
Er was een feest - wat voor 'n feest? - er was een feest - kan 't daar zijn dat ik je gezien heb?
Nee, dat is flauw. En waarschijnlijk helpt 't toch niets.
Zoiets heb ik je eerder horen zeggen.
Dat meisje waar je 't over had, staat op het tussenbalkon.
't Is zo, lach me niet uit. Ik zie er tegen op om door de massa heen te vechten.
[verward] Pardon pardon pardon.
tussendeur open en dicht
toiletdeur open en dicht
Op het toilet bekeek men zich in de spiegel
onder het hellere ratelen
ben ik het of is het mijn kind
Ik heb geen kind; van wie heb ik geen kind?
deuren open en dicht
Je went er aan om zonder je-zelf op reis te gaan. Houd je verborgen, dat is maar het beste.
Ik reisde vroeger met een poes bij me. Tegenwoordig mag dat niet meer, of tenminste er zijn zoveel mensen die er zich aan ergeren. Of 't echt verboden is geworden heb ik nooit nagevraagd.
Dat is niet om te lachen. Een poes is zo iets als een stille verwachting. Je denkt er lang over, kijkt er naar, je snapt er niks van maar speelt er mee. En hij is niet zo gauw gekwetst.
Als hij doodgaat neem je een andere, na eerst verschrikkelijk getreurd te hebben.
Lach niet juffrouw, het is om 't te besterven als je je poes verliest. [haalt neus op].
| |
| |
Ik kan 't me ook moeilijk voorstellen. Maar als u 't doet, gaat 't vlot, hè, met veel kracht.
Nou, tranen met tuiten. - Huilt u wel eens? Dat kan ik me namelijk niet voorstellen.
Als ik huil, gaat 't zonder tranen.
[haalt neus op]
God juffrouw, dat moet u niet zeggen, nee juffrouw -
Men tekent op geen enkel trajekt
de tranen aan men laat ze met rust
tussen alles wat verder verstrooit ligt
te slecht voor de vuilnisraper
kan men niet even goed duisternis noemen
wat onze ogen het kijken verleert
men vlucht voor de duisternis -
Hoever ik reis, dat doet er niet toe. 't Is voor mij nooit gewoon geworden, zo instappen en dan weer uitstappen; en iets daartussen: je tijd uitzitten. 't Moet praten of nadenken zijn. 't Fijnste is alle twee tegelijk. En verrassingen horen er ook hij: je ziet de ongelooflijkste mensen - daar rekent u mij misschien ook wel bij. Soms komt er ineens iemand voor je staan -
Wat zeg je bijvoorbeeld van zoiets [beiden lachen]
Uw plaatsbewijs alstublieft!
Meneer, ik heb hier een godsbewijs.
Geen flauwe grappen, ouwe heer.
Nee maar echt meneer. Is 't niet beter dan iets anders?
Wat doe ik er mee? Een plaatsbewijs, anders heb je hier niets nodig.
Ze zie dat ze me lief vindt.
hoog gelach, conducteur met basstem
[lachend]
Is het je kleindochter misschien?
O, bedoelt u dat! Wacht even, ja, hier. Je bent nooit gauw klaar met oude mensen, hè. Dank u hoor.
treingeluid
Hoor je het gezang nog in de huizen van de komende steden?
Het is er nooit geweest. De keren dat ik het mij verbeeld heb, zijn te tellen, en al lijkt je dat wellicht nog geen bewijs, het is toch wel een teken. Voor mij tenminste. Ook kan ik niet geloven dat ze ginder weten dat er iemand komt, dat ze daarop wachten.
Ik heb eens horen zeggen, dat er een harmonie bestaat waarin alle dingen zouden kunnen passen. Alleen moet je iemand hebben die ze er in voegt. En het moeilijke is, dat je die harmonie alleen kunt waarnemen als je er zelf ook in bent.
Ja, ik heb 't niet verzonnen hoor.
| |
| |
Maar af en toe neem je toch zoiets waar, hè, zoiets als je daarstraks zei; je hoort zingen in de verte - zal ik je het eens duidelijk maken?
Jij verduistert 't meer, lijkt me.
Nu vooruit maar, 't doet er ook niet toe.
Luister, 't is heel eenvoudig. Ben jij in die harmonie ingevoegd?
Eigenlijk zeg je hetzelfde als wat ik zeg.
Ja. Jij zegt: je kunt ze niet zien. En ik zeg: ze bestaat niet.
Is dat hetzelfde? Is dat hetzelfde -
Je moet ophouden met twijfelen.
- Ik heb toch wel eens mensen gezien, ik dacht: dit zijn ze, zo moeten ze zijn, die er bijhoren.
Ja zeg dat nou zo gauw eens even. Ik weet het niet.
Zie je wel. En, zoals gezegd, alleen wat je ziet of hoort, bestaat.
Maar ik zei toch dat ik mensen gezien heb.
Bestaan wij zelf? Als ik hier zit te schudden in deze trein, is dat een teken dat ik besta?
Houd er over op. Je bent een twijfelaar van beroep. - Was dat vroeger ook zo?
Op dat feest dat we ons niet meer herinneren kunnen -
Maar wie bespeelt er de wissel
en wie bestuurt de machine
wie heeft de baan zo gelegd dat hij
zo laat als het zijn moet
[uit de verte]
Koffie chocola sigaretten -
over een kwartier moet het zo zijn dat
[dichtbij]
koffie chocola sigaretten -
zolang het nog een kwartier duurt
[weer uit de verte]
koffie chocola sigaretten -
willen wij niet ontsnappen
Is 't kind van dichtbij ook mooi?
Dat heb ik niet gezien. Ze heeft 'n mooi japonnetje aan.
Zeg 'ns, ik ben daar niet blijven staan.
Je wilt me weer uitlachen.
Dat doet me aan iets denken. Heb jij me vroeger niet een
| |
| |
Misschien waren we toen helemaal geen vrienden. Maar waarom zou je je daar nu druk over maken?
De man daar begint het kind moe te worden. Hij laat 't steeds lager zakken en hij kijkt er nauwelijks naar. Zie je die lip trekken? 't Zal niet lang meer duren of het begint te huilen.
Kijk dat water - en daar, wat een gekke oude boom tegen de dijk aan gegroeid -
Ik wou dat ik wat te lezen had - ik heb eens 'n boek gelezen over dijken, daar stond in dat ze een van de eerste tekenen zijn van hogere beschaving.
Nee, in 't algemeen. In de geschiedenis.
Interesseert het je niet?
Zou je dat boek nu willen hebben?
Nee, ik lees alles maar een keer.
Het meeste vergeet ik weer.
En wil je het dan niet opnieuw lezen?
Soms wel, maar je kunt even goed iets anders lezen Ze schrijven genoeg.
Over harten die verenigd worden.
treingeluid
Ik heb helemaal geen vriend, nee heus niet.
Je vertelt rare dingen, kind. Maar ik zal je op je woord geloven, want je ziet er eerlijk uit.
Wat maakt 't voor verschil? Waarom wilt u zoiets eigenlijk weten?
Wel, ik zit soms in raadsels; ik weet zo weinig van de mensen af, dat ik wel eens ga denken: ze zijn zus, of ze zijn zo. Om er dan over heen te komen, wed ik met mezelf op 't een of 't ander.
O, en hebt u dat nu ook gedaan.
Ik weet eigenlijk helemaal niet, waarom ik met u praat. U bent nieuwsgierig. U lokt me uit en tegelijk doet u net of u me kent.
En ik zie er niet eens erg netjes uit, hè? Ik weet 't ook niet, maar ik vind 't wel een geluk dat u me vertrouwt. Misschien praat u met me, omdat ik met u praat. Dat komt altijd van weerskanten, 't hoort tenminste zo.
[lachend]
U praat wel veel.
O nee, niet zo vaak. Daar krijg ik de kans niet voor.
U woont waarschijnlijk alleen?
[na een poosje]
Ik kan niet eens gemakkelijk praten. - Ik woon alleen, ja. Als je 't wonen noemt -. Een gek groot huis, met grote kamers, allemaal leeg-.
Ik dacht dat u een poes had?
Ja, die heeft er nog meer aan dan ik. Die wandelt er nog
| |
| |
wel eens in rond. En ik heb ook boeken; weinig hoor.
Nee, die houden niet van mij. Ik heb waarschijnlijk de verkeerde -. Reizen is minder gevaarlijk. Zijn we al in 't heuvelland?
Misschien zijn we 't al voorbij.
Ik zou best alleen willen wonen, met wat boeken en een kat, poes bedoel ik.
't Zou verkeerd zijn, kind. Of je moet veel bezoek krijgen, maar dan is 't niet echt alleen wonen.
Nee, ik houd niet van veel bezoek. Komen er bij u nogal mensen?
Wat zeg je? - Nee, nooit. Hoe laat is 't?
Dat ligt er aan waar je heen moet. Och, wat je allemaal niet zegt in zo'n korte tijd. [zucht] Nogal een makkelijke houding voor 'n gesprek.
Dat is verkeerd, kind. Ik heb liever dat je - hoe zei je 't straks ook weer? - Nou, enfin, allemaal ruggen, dat is ons publiek. Je zou hier wel kunnen gaan zingen -
[neuriet]
- Nee, 't is te gek. Weet je dat ik eens een zanger gekend heb -
onder het treingeluid komt het zoemen van de machine op
'n Ander geneurie gaat door
tussen ons en de ratelende rails
het is het gewoonste dat er bestaat
en men hoort het daarom haast niet
het geneurie van de perfekte machine
hij luistert niet naar de verhalen
die eendagsvlinders elkaar even doen
magneet vliegwiel as en stang
neuriën in hun geoliede droom
ga maar doe maar bons maar drijf maar
veren wielen balken wanden
horen we meedoen onder ons hart
het ijzer geeft het door aan het hout
o het is aan de grond welgevallig
die beeft aan de lucht die siddert -
geluiden eindigen
Ik verdraag het niet meer.
Je begrijpt me niet. Dat is 't juist, je begrijpt me niet. We zitten te zitten, we doen niets. We denken alleen maar, ieder op ons eigen houtje.
Hoe komen we er uit, hoe komen we er uit -
Je doet gewoon stompzinnig. Waar zit jij op 't ogenblik aan te denken?
O - ja, je moet er niet om lachen, maar ik probeerde me dingen aangaande vroegere feesten te herinneren.
| |
| |
Zie je wel! En niet om lachen, zegt ie dan. - En ik zit me suf te peinzen bij wat voor gelegenheid 't geweest kan zijn dat jij mij uitgelachen hebt.
Waarom maken we er ons druk over; je hebt mij aangeraden 't van me af te zetten, meteen in 't begin.
't Helpt niet; en nu kunnen we natuurlijk onze namen gaan zeggen en ons beroep of zo, maar zal ons dat verder brengen? Het dunkt me namelijk, dat onze ontmoeting daar niets mee te maken had.
We kunnen ook op goed geluk af dingen uit ons leven gaan zitten vertellen, en er zo proberen te komen.
Nee! Dat is helemaal belachelijk. Het is niet te verdragen.
Je hebt mij verweten dat ik te veel twijfelde? Berust hier dan ook maar in.
Jajaja. - Veronderstelde jij niet, dat we vroeger geen vrienden waren?
Naast mij zitten, is dat wat je niet verdragen kunt?
Dáárom? Dat zou biezonder kinderachtig zijn, nee. Misschien heb je gelijk, moeten we er maar in berusten. Je zou anders waarschijnlijk ook wel weten naast wie je liever zat.
O, nu dat -. Nee. Is alles belachelijk wat wij bedenken? - Daar kón ik ook beter aan denken. Ha, 't is echt om te lachen.
[Stilte]
Gewoon maar berusten. Straks stappen we uit en we zien elkaar nooit meer.
Nee. Nee nee nee. Ophouden.
- Kijk, daar loopt een kip over de berm.
zwak treingeluid
Is het heilzaam naar buiten te kijken
men leunde soms weg van het raam
om tussen de plooien van zwarte jassen
het gedein van de draden te vergeten
en keek weer haastig naar buiten -
- en dus ook nooit een vriend gehád - nou eigenlijk ziet 't er ook niet naar uit, dat je de eerste de beste nemen zou - en toch - is dat geen shantoeng?
[lacht]
Ja. Is 't uw vak?
Nee, maar ik hou van mooie dingen. Vooral van wat kostbaar is, maar 't niet lijkt.
Kleren kunnen van veel belang zijn, ze geven rust, zekerheid, 't idee dat je waarde hebt. Vindt u dat ook niet.
Ik kan denken dat men veel van mij houdt, als men mij zo ziet. Gek hè?
geritsel van papieren zak
Helemaal niet. Ik zal m'n boterham hier moeten opeten. Neem me niet kwalijk. - Zo. 't Gaat wel, hoor.
Vervelend dat niemand u een zitplaats aanbiedt.
| |
| |
Och, die mensen hebben 't waarschijnlijk ook nodig. [maakt eetgeluiden] Droom je wel eens?
Nee, meestal niet. Dat ligt er aan, zou ik zeggen.
[alsof hij meer verwacht]
Ja?
Ja, wat wilt u verder dat ik zeg?
Heb je wel eens gedroomd, beste kind, dat je gekust werd?
Meneer! - Is dat ook een weddenschap?
Nee, wees maar niet bang.
Wist u 't dan, of raadt u er naar?
Hoe zou ik 't weten kind. [eet]
Ik zal het vertellen. - Ja, het is om te huilen of om te lachen, dat ligt aan je stemming. - Luister. Ik heb eenmaal gedroomd: ik stond te wachten, op een perron. - In die tijd moest ik vaak met de trein -. Ik weet niet waarop ik wachtte, want er stond een trein langs, maar ik stapte niet in. Toen werd er gefloten, de trein begon in beweging te komen. - Vindt u het vreemd?
[met de mond vol]
Nee hoor.
Toen werd er opeens een raam voor me opengeschoven, - ik stond vlak aan de trein, mijn haren wapperden -, iemand bukte zich diep voorover - en toen voelde ik, dat ik gekust werd.
Beste kind - en je wist niet waarop je wachtte.
Nee. - O, dat is flauw. En toen reed hij weg. Nee, ik heb echt geen vriend.
En de kleren helpen je er over heen. De shantoeng -
Ik weet zelf ook wel dat ik mij daarmee wat wijsmaak. Parfum helpt soms goed.
Och dat is natuurlijk niet waar -
Zeg het maar gerust, er is niemand.
En zo staan we hier maar -
Had je toen niet mee willen rijden?
Dat was wel een verschil -
Och ik vergeet dat ik het droomde -
papier wordt in elkaar gefrommeld; stijgend en dalend belgerinkel van een onbewaakte overweg
Er komt een stad. Is deze het?
Deze is het, de stad van de wissels.
Het zal niet te vroeg gebeuren -
eerst moet het zover zijn dat de geest
beaamt wat de mond beademt
een raam vol zinloos uitzicht
eerst moet het zover zijn
dat men evengoed eeuwig kon reizen
als eeuwig stil blijven staan
en uitstappen niet noemenswaardig verschilt
van verzitten naar de naastbije bank -
Kijk maar, de nieuwe huizen zijn we al voorbij. Dit zijn
| |
| |
de oude wijken, niet veel moois bij. Moet je er uit?
Nee, ik vroeg 't zo maar.
Ik zou even goed ergens anders kunnen gaan zitten, maar 't maakt geen verschil meer.
Laten we liever hopen dat er wat mensen uitstappen. Raam open en even rustig zitten.
Ja, even. Misschien lukt het.
Ik kan straks nog wel een krant kopen.
Trein vertraagt en staat stil, portieren worden opengeschoven, stationsgeluiden
D'r zal nu binnen wel plaats komen.
Ik hoop 't, dan kunnen we wat bijkomen.
Ik kan net zo goed hier uitstappen. 't Doet er voor mij niet veel toe. Nou, dan ga ik maar.
[aangedaan]
Het beste - Wacht, ik heb hier, wilt u een pepermuntje? - Dank u wel, ik bedoel alstublieft -
[verder af]
Ja ja. Ik reis niet zo vaak.
Ik - wilt u - ik lijk wel [een snik] Tot ziens!
Daar gaat ouwetje. Hij heeft zowaar 'n zakdoek.
Is dat de wachtkamer, al die idioten naast mekaar? Wat 'n gezichten.
Je kunt ze precies zien zitten. Er is eigenlijk haast geen verschil met hoe wij zitten. - Gingen we maar weer verder.
Denk je in dat dit de wachtkamer is. Je zult ze verachten, de domme zitters. Rijtje na rijtje versuffen ze, met hun handen voor hun buik. Zijn wij dat? En kijk daartegenover de stoere reizigers aan: zij zitten daar zelfbewust, zij gaan al zittend de wereld door.
Is er hier een lang oponthoud?
Ik weet 't niet. Is dit een oponthoud?
Ja, 't verstrooit wel 'n beetje, hè. Als dit de wachtkamer is, en dat de trein, kunnen we 'm net zo goed voorbij laten gaan en de volgende nemen.
Tussendeur open en dicht
Ja, hij is net vrijgekomen.
Zullen we er een voorbij laten gaan en wachten in deze gezellige kamer? Als we ze alle voorbij laten gaan is het geen wachten meer. Zeg -
- als ie nou toch niet gaat - zou ik niet even - juffrouw, ze zeggen dat dit de wachtkamer is; weet u ook waar we -
Sorry. Ik wou niet onaangenaam zijn.
| |
| |
Uit de verte fluit van conducteur
't Is niet gemakkelijk als u uw koffer in de doorgang laat staan. Wil ik 'm even in 't bagagenet zetten?
Blijf maar op je plaats, ik doe 't zelf wel even.
Trein komt op gang
Hoe lang is 't nu nog? Ik hoop dat 't een beetje meevalt. Maar ik ben bang dat 't niet meevalt.
Wacht, ik zal 't raam dichtdoen, ik geloof dat u er last van hebt. Is 't zo beter? [stilte] Neem me niet kwalijk.
Waarom heb je eigenlijk geen krant gekocht? Je had er nog best plezier van kunnen hebben.
Waarom ben je de wachtkamer niet ingegaan om gauw een glas bier te drinken? Dan was je even verlost geweest.
Drinken helpt niet, evenmin als die sigaretten van jou. En trouwens, wachten kun je hier ook.
Het is een repetitielokaal. Het orkest zet in, en zet opnieuw in, - en weer -. Het nummer heet: Dode Herinneringen.
Goedbedoelde Hatelijkheden.
Doodgeboren Verwachtingen.
Het is een orkest van machines, dunkt me.
Zullen we even niets zeggen?
Ja, goed. [lange stilte] Is dit wel de goede richting?
Wacht eens even - ja tóch, ik herken sommige dingen. Daareven had ik 't idee dat alles anders was wat ik zag. Die huizenblokken zijn eindeloos.
'n Geluk dat er niet meer reizigers ingestapt zijn. We hebben 't frisser dan straks. Excuseer me, 'n ogenblik -
De rails kruisen elkaar de ogen niet
want er gaan zoveel dingen voor bij die
men bekijken moet zonder te zien
en men wacht verzwegen op de muziek
die de dingen gemaakt konden hebben
en op het dalen van oogleden
en wat niet meer komen kan
de rails verschieten voor scherpe ogen
die voorin waken die weinig minder
machteloos zijn - kan het niet even goed nu gebeuren
wat zou er nu nog veranderen -
Zo, ik ben er weer. Sliep je?
- het is niet eens van belang
of de geest beaamt wat de mond beademt
een raam vol zinloos uitzicht -
Weet je, ik zat er aan te denken hoe 't zou zijn als je in 'n geblindeerde trein reed.
Zou mij niet kunnen schelen, ik zit toch nooit bij 't raam.
Nou, de zon is soms hinderlijk, en ze zeggen dat 't middenin veiliger is.
- als verzitten niet noemenswaardig verschilt van uitstappen -
Mag ik even daar mijn tas recht leggen, hij is scheef gezakt, hij zou er zo af kunnen vallen.
| |
| |
Weet je, om 't toch nog even over die herinneringen te hebben - sigaret? O nee, sorry. Weet je, voor mij is 't soms of alle reizen die ik gemaakt heb, samen één reis zijn. Ik zie een eindeloze reeks van haltes achter me, 't is alsof we elke minuut gestopt hebben, dagenlang. Gezichten die ik lang geleden gezien heb, reizen weer mee. Ik hoor alle mensen tegelijk praten en lachen. Ik zie ze staan wuiven naar anderen, die vijf stations terug staan.
Ik denk dat iedereen dat wel 'ns heeft.
En langs de lijn staan kinderen, die wuiven, wuiven, ja naar wat?
Houd er over op. Wat een afschuwelijke fabriek staat daar. Enfin, we zijn bijna in 't open veld.
De reis lijkt zo eindeloos -
Noem eens een land waar we nog niet voorbij zijn gekomen
we hoorden het fluitspel van hoge steden
ook korenvelden wiesen naar ons toe
waar we door schrille bochten schoven
rivieren die zacht piano speelden
We zullen er niets van kennen, van dat alles wat we passeren -
Weinig kans, vrees ik, juffrouw.
Houd op, ik hoor 't laatste oordeel als je zo praat.
Nou, zo bedoel ik 't niet. Maar ken je dit gevoel?
Ik heb eens gehoord wat iemand gezegd heeft over die bazuinen van 't laaste oordeel.
treingeluid heel zwak
het geneurie van de perfekte machine
hij luistert niet naar de verhalen
die eendagsvlinders elkaar even doen -
Hij zei dat 't voor ons weinig zin zou hebben.
Omdat 't meer op 'n slaapliedje zou lijken.
Hij ried aan, om ze in te ruilen tegen jazz-trompetten.
Flauw hoor. Heb je 't zelf bedacht?
[kwaad] Lach me niet uit!
Zou 'n mooi feest zijn. [koud] Maar ik bleef wel uit je buurt, hoor je?
De stad is voorbij, nu de wissels nog.
Waarom zouden ze geen slaapliedje spelen?
onregelmatig geschok over wissels
Hij die de wissel zo gemaakt heeft
- dat hij nu verkeerd gaat
Bazuinstoot, die overgaat in gieren van remmen en tegelijk schokken van tegen elkaar stotende wagens. Harde slag, onder 't volgende nadreunend.
Breken van ijzer en latten, springen van ruiten, neerkletteren van glas, kort zoevend geluid. Nieuwe slag, nadreunend. Gekraak van bezwijkend dak, breken van ijzer, hout en glas,
| |
| |
kantelen van een wagon langs een berm, doffe slag, plof en ontsnappende stoom. Geknisper van kleine stukjes glas, gedruppel, stilte.
Een kreet een lijfloze voortgang
gestold tot gescheurd metaal
de dingen die eerder neurieden
hoort men spreken met scherpe stem:
De stemmen klinken metaalachtig, met veel geruis
een bliksem doorschoot mij
Waarom mag ik niet doorgaan
weten zij wat zij droegen -
Ik ben samen met zachter vezels
zij denken nog minder dan ik
breng mij waar het donker is
en moederlijkste de aarde
ik sidderde toen ik ontving
Tikken van telexapparaat
[druk] Biezonderheden bespaar ik je. Ja, ik ben er zelf geweest. Nee, die komen ook niet in het
| |
| |
verslag, vanzelf niet, stel je voor. D'r zijn wel mensen die van zoiets houden, maar ook andere. Je moet er rekening mee houden dat ze niet alles verdragen kunnen. De oorzaak? Geen flauw idee, niemand die ik gesproken heb, had 'n aannemelijke verklaring. Och, waarom zou je de maatschappij de schuld geven? Dit betreft een maatschappij die bizonder weinig reden tot klagen geeft. Nee, is nergens goed voor. - - Ja ben ik er schuld aan? - - Nee de leuke stukjes zetten we in 'n apart kader. Niet voldoende tegenwicht? Ja maar kan ik 't helpen? Niet verontrusten ja, dat is 't enige, stel je voor -; niet verontrusten -
Telex houdt op
Als wij nog stemmen konden horen
- het is niet waar het kan niet -
maar als wij stemmen konden horen
misschien zijn onze gedachten zo sterk -
als van enige ster uit de nacht
nu kwam - of liever door te willen
maar het kan niet het is niet waar
of als dan tenslotte gedreven
over de telex van de wanhoop
een waan in ons kans zou krijgen
De stemmen klinken in 't volgende van heel ver
We wisten allang dat we dood zouden gaan
maar ik had je nog willen zeggen
dat ik je handen bewonder
ze schijnen voor liefde gemaakt.
wat is ze op alle jaren tot dan
wat is ze en toch ik had haar
geloof ik iets moeten zeggen.
Zonder mijn droom zal het vreemd zijn
[pauze]
[Man en vrouw spreken zonder gebit]
Wat wou ik nou ook weer vragen -
Ja, als je dat zegt kan ik er nooit meer opkomen.
Nu, ik weet 't niet meer. [geeuwt uitvoerig]
Als je zo moe was als ik -
Je zet je schoenen weer verkeerd.
Dat komt omdat ik moe ben. 'n Mens moet slapen, of ie tijd heeft of niet - [hoest]
Och 't valt allemaal nogwel mee, als je af en toe kunt gaan liggen.
Ik lig al. Maar opstaan is geen flauwe kul.
Even geluid van een verwijderde trein
Wanneer moeten we opstaan?
Wanneer? Je bedoelt: hoe laat.
| |
| |
Vind je dat ik er vermoeid uitzie?
Gaat wel. Is morgen weer over. [geeuwt]
Waarom zouden we eigenlijk.
Doe niet zo eng. Opstaan moeten we toch.
Hier lig ik, ik kan niet anders.
We hebben er voorlopig niks mee te maken.
We willen er niks mee te maken hebben.
Knip van een trekschakelaar
|
|