Roeping. Jaargang 35(1959)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 739] [p. 739] Daaldreef Gedichten Genadebrood Tussen vogelbrood en genadebrood is geen verschil. Vandaar. Ik vraag me af of het 'n straf is of uitverkiezing dit nutteloos bedrijf. Ik lees wat boeken ik schrijf gedichten ik ga bij toeval niet van honger dood; gedichten zijn 'n bìtter genadebrood. Men zegt: dit alles draagt bij, eens zul je nuttig zijn voor maatschappij en kerk. Intussen vraag ik mij het een en ander af. [pagina 740] [p. 740] Dorp Wist je dat vissen geen graad beter zijn dan mensen? Wist je dat 't leven in de kom even kleingeestig, om te rillen is? De minste wordt vinnig nagezeten; zodra er een naar adem snakt wordt hij vin na vin koelbloedig opgevreten. [pagina 741] [p. 741] Binnenschipper voor Wim Populier, schip San José De schuit ligt weer voor anker bij de bokken waar de centrale als 'n beest dat steenkool vreet en vuurspuwt te dampen ligt. De boeglampen ontsteken, dan zitten in de gloeiende kajuit waar kleine warme dingen hangen die thuis vervangen. Daarbinnen doen schippers wat niemand aan de wal vermoedt: Mozart spelen, Poesjkin lezen, en met 'n steekvlam in hun bloed van negers houden. [pagina 742] [p. 742] Aquarium Elke vis is 'n koning: niemand kan hem raken, niemand kan hem zeggen: buig voor mij, kniel. Geen vis kan vluchten: alles is een autonome tocht naar verder water; het is van geen belang wat achter ligt. Vorige Volgende