Roeping. Jaargang 34(1958)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 265] [p. 265] Fem Rutke Gedichten Alleen Alleen met de reinste nacht naast mij Alleen naast de stille nacht Alleen naast de nacht vol geheimen Alleen met de nacht die kil is en rillend van zuiverheid De dag van wereld een aarde een eeuwstenen ruimte rondom ons En als geen verzoening deze: Zo langzaam als met de nieuwste mode in saoedie-arabië bouwt de bevolking. [pagina 266] [p. 266] Regen in de vijver Grotesk met onbewogen ogen toont zij haar moederschap Zo ritmisch en zo zeer beheerst ontvangt zij een intiem verdriet dat ik geen vrouw mij ooit bedenken kon die zo volkomen tot zich neemt die zo gelaten tot zich komen laat En die wanneer de last in haar is opgelost zo zonder trots het opklarend gezicht uitstraalt van haar verlichte kind [der opgeluchte hemelen]. [pagina 267] [p. 267] Stemmingsopname Ik ben zo streng en rustig als het weer vandaag Ik ben mijzelf zo meester als dit langzaam landschap Ik wacht een blokkendoos van honderd kleuren honderd rassen honden Een franse akker zonder richtingbord In mij verrijst rood zeer een maan in zilverzink vervreemden Ik ben het volgend stadsbeeld verstrooid volkomen in een vroege slaap Later de spiegelvijver zonder diepte waaruit je ons weerkaatsen kan Ik ben de nadag zonder hemeldek In mij vervagen wolken. Vorige Volgende