Roeping. Jaargang 33

[p. 525]

Jan Hanlo
Tegen beter weten in
Oplossing van de puzzlepot

Hoewel ik weet dat de beslissing van de puzzelredactie van de puzzelpot ‘Tegen Beter Weten In’ bindend is, is het me nu toch genoeg en publiceer ik hieronder van de laatste opgave mijn oplossing met toelichting. Voor ieder weldenkend en van enig taalgevoel voorzien mens zal het toch duidelijk zijn dat deze, en geen andere, de juiste oplossing is.

1.	Mijn zoon is ondeugend geweest, ik moet eens een HARTELIJK [2] woordje met hem spreken. ‘Hartig’ mist het element van genegenheid, dat ouders, ook bij de berisping van hun kinderen, niet uit het oog zullen verliezen.
2.	Mijn zoon is niet vast aangesteld, hij heeft slechts een TIJDIGE [1] betrekking. ‘Tijdig’ is beter dan ‘tijdelijk’, omdat ‘tijdelijk’ hier een tautologie zou zijn; er wordt immers reeds gezegd dat hij niet vast is aangesteld.
3.	Daar wij veel geld hebben verdiend, kunnen wij ZORGELOOS [1] de toekomst tegemoet gaan. ‘Zorgeloos’ is sterker dan ‘onbezorgd’ en past hier dus beter, aangezien wij immers veel geld hebben verdiend.
4.	Ja, ik heb nu de MIDDELLIJKE [2] leeftijd bereikt. Alleen ‘middellijk’ kan hier dienen. ‘Middelbaar’ is vaag en moeilijk te omlijnen, het is hier onbruikbaar daar de leeftijd nu, d.w.z op een bepaald tijdstip bereikt wordt.
5.	Van die HOOGHEID [2] konden zij de gehele stad overzien. Ofschoon ‘hoogte’ ook eigenlijk betekent ‘hoog-heid’, is dit laatste woord door zijn grotere nadrukkelijkheid hier meer gepast. Men kon immers de gehele stad overzien.
6.	Zij was een statig VERSCHIJNSEL [1]. ‘Verschijnsel’, dat ‘natuurverheveling’ betekent, is beter dan ‘verschijning’, hetgeen betekent: ‘het verschijnen’, of ‘spook’, of ‘visioen’.
7.	ONBEWUST of BEWUSTELOOS [3] had ik een tere snaar bij hem aangeroerd. Beide woorden zijn hier even goed. Het eerste is iets ruimer dan het tweede, maar dit verschil is in deze zin niet van belang.
8.	De zieke kon niet slapen, ONGERUST [2] draaide hij zich om en om.

[p. 526]

	‘Rusteloos’ kan betekenen: ‘bezig’, of ‘werkende’. Het is niet waarschijnlijk dat de zieke tegelijk wilde slapen en werken.
9.	Wat zou het mij geven, indien ik door mijn inspanning slechts STOFFIG [1] voordeel behaalde? ‘Stoffig’ is meer voor de hand liggend dan ‘stoffelijk’, daar uit het woordje ‘slechts’ blijkt dat het ‘voordeel’ in deze zin enigszins misprijzend bedoeld is. ‘Stoffig’ betekent dus zoveel als ‘bestoft’; men kan zeggen dat het hier sterker is dan ‘stoffelijk’.
10.	In deze winkel kun je gerust kopen, men heeft er alleen DEUGDZAME of DEUGDELIJKE [3] waren. Hoewel ‘deugdzaam’ meer op de degelijkheid van karakter ziet, is ook ‘deugdelijk’ te gebruiken, daar het op voorwerpen betrekking heeft.

Met dank aan Roeping voor de plaatsing,

Jan Hanlo