Roeping. Jaargang 33(1957-1958)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 464] [p. 464] Daaldreef Gedichten I Ik zocht in klei je zachtste vorm te vinden en moeizaam tastend door de zware aarde kon ik je haren rond mijn vingers winden, vond ik de door geen vrucht geëvenaarde slaapvormen van je lippen; de geuren van je huid verschaalden in de plooien van mijn handen; alleen je ogen ontweken bang mijn spatel; ik voel je wimpers in mijn handpalm trillen, nooit willen je pupillen genadig opengaan. II Laat ons elkaar geen nieuwe namen geven, vooral geen nieuwe naam, en al het andere laten zo het was, en vind je 's avonds bloemen voor je raam vraag niet van wie en zoek niet naar 'n teken. Laat ons niets zeggen, vragen niet, niets noemen, vergeet de naam die ik uit vogels las. Vergeet de wegen die wij zijn gegaan, vergeet hoe regen geurde in het gras; als je met anderen langs dezelfde wegen dezelfde vogels gaat zeg niet: hier liepen wij; daar zei hij: kom; want om te weten waar de tocht begon moet iemand ouder zijn dan nacht en wind. Wis heimelijk het spoor uit dat wij lieten, dat niemand na ons deze wegen vindt, dat niemand weet wat jij alleen weet, kind. [pagina 465] [p. 465] III [om aan kinderen voor te lezen] als het dondert schudt god zijn gouden beker de dobbelstenen rollen op zijn bord hij werpt het lot of er 'n mens tekort is of 'n vogel en of je al dan niet geboren wordt ZO JA je bent alleen bij uitverkiezing vogel je bent alleen uit onvermogen mens dan zit je met 'n bekertje en stenen bij elke kwestie van vitaal belang de punten voor de punten tegen af te wegen je speelt je spel god lacht in zijn baard want op zijn gouden bord ligt elke worp van eeuwigheid bepaald revanche kun je niet nemen ZO NIET dan zijn er geen problemen [pagina 466] [p. 466] IV Ga op je tenen staan dat ik de namen van je voorhoofd veeg namen van vogeltjes namen van wolken bij nacht. namen bij wolken van nacht. Ga op je tenen staan ik schrijf nog eenmaal letters op je huid het hindert niet want niemand kan het lezen ik noem je zoutleeuwin omdat je lippen zout zijn in de wind omdat je lichaam soepel bogen spant omdat je achter ogen van 'n kind 'n vrouw verbergt. Vorige Volgende