Roeping. Jaargang 33(1957-1958)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 298] [p. 298] Leo Herberghs Zij Je schrijdt als een hert koninklijk aan mijn zijde; je mond is verblijden, je hart danst in je borst. O, hoe zwart is je haar, zwart als de winternacht; je woedende ogen stromen vol van het heerlijkste leven. Ik zou je omarmen kunnen als een heiden, midden op straat Vorige Volgende