vertegenwoordiger van een deel van het Nederlandse Volk’ [met een hoofdletter, dat volk] ‘die uitmaakt wie in Nederland in aanmerking komt voor een reisbeurs, maar de schriftgeleerden die de Paus omgeven’.
Om met het laatste te beginnen, hier is de openbaring-Peters onvoldoende. Op gezag van de Heilige, apart voor deze gelegenheid geraadpleegde Stoel, mag ik hier verklaren, dat katholieken die in de jury voor reisbeurzen zitten hun keus niet laten vaststellen door schriftgeleerden die de Paus omgeven. Het is nog veel sterker. Katholieke juryleden gaan altijd 8 dagen op retraite eer ze naar Victor E. van Vriesland, voorzitter, stappen, maar dan glanst op hun gezicht ook de straling van de Heilige Geest [ambtsdrager van een nog vreemdere mogendheid], die hun voorlicht om altijd een katholiek voor te dragen. Desnoods een protestant [maar dan liefst met liturgische interesse], in geen geval een humanist, van communisten gezwegen. Het werd tijd dat deze gang van zaken eens publiek werd.
Het zal nu Leo Peters wel helder zijn, dat er nog veel, nog heel veel valt te reinigen eer het Hollandse huis van alle vreemde smetten vrij is. Om te beginnen moet te dien einde Theun de Vries op reis gestuurd, daar heeft Leo Peters gelijk in. Wat verder te doen valt heb ik al sedert jaar en dag geordend in zogenaamde plannenmaps. De opening daarvan zal een enorme werkverschaffing voor Leo Peters en gelijkgestemden beduiden. Ik schrijf hier enige titels af, die ik aanbracht op de mappen mijner plannen:
- Vaticaan en watersnood 1953, een weerlegging van de springvloedtheorie, tevens opzienbarende beschouwing over de tekst ‘Dauwt, hemelen, dauwt’.
- Marialegioen en 5de colonne. Dit spreekt voor zich.
- Het paard van Mgr. Bekkers. Via de van katholieke huize stammende Sinterklaasfolklore [een te vaak veronachtzaamd facet van vredige roomse binnendringing] wordt hier aan het licht gebracht hoe bastaarden van de Caudillo op Bossche prebenden loeren.
- Sluipwespen. Gaat over zusters van bewaarscholen.
- Gabriël en Michel. Een misschien wat vakmatige beschouwing. In ieder geval komt onomstotelijk vaststaan dat het lied ‘Ik zag twee beertjes broodjes smeren’ niet van een Nederlands katholiek dichter is [merkwaardig genoeg: men treft het dan ook noch in ‘De katholieke Poëzie’ noch in het Brevier].
- De Kronkelwegen van een Kardinaal. Wie een beetje thuis is in de politieke gestes van
- laat ik zijn schaamteloos Nederland kwetsende naam niet noemen - die weet wat ik bedoel. Nederlant, let op u saec!!
- Duffe jongens. Over Nederlandse zonderlingen uit tien eeuwen, bijgewerkt tot en met Leo Peters.
- ‘Homosexuele schoenen’ In samenwerking met Adriaan Morriën, die hoewel het onderwerp [levensgewoonten van priesters] natuurlijk zwaar kabinet is, zo infideel was, reeds een tipje op te lichten in Vriendschap voor een boom. Zie aldaar pagina 20. Maar ik heb nog genoeg in petto.
Genoeg in petto - welja, genoeg om er doodmoe van te worden. Laat Leo Peters maar eens overkomen. Schrijf maar met welke trein ge aankomt. Ik wacht u. Herkenningsteken: oranje cocarde waarop gedrukt: ‘Wat Cals is vals is’.
SMIT - Vanavond onderging ik weer de verrukking van het heerlijkste stuk muziek dat ik ken: het Klarinet-kwintet van Mozart. Ik geloof niet dat er ooit iets mooiers is gecomponeerd, of het moest óók van Mozart zijn: de Don Giovanni waar Kierkegaard het al zo mee te kwaad had, het Requiem, de Symfonie in G-klein of een der andere kwintetten,