secretaris toch niet begrijpen. En waarom een meisje dat reeds mooi is, opeens ook nog dom laten zijn?
‘Dan mag ik zeker niet met je uit’, antwoordde zij luider dan eerst, maar ze ging nog niet weg.
‘Hoezo?’ vroeg ik. ‘Is er dan iets uit te gaan?’
‘Maar ik ben toch gekomen’, zei ze.
‘Maar ik ben toch gekomen’, zei ze. Wou je mij soms een blauwtje laten lopen? Ik heb heel wat moeten slikken om op tijd te zijn. Als je mijn moeder gehoord had, het was gewoon schandalig wat ze tegenwoordig durven, zei ze, ze kleden de meisjes in het publiek uit en dan zegt een man van het bestuur ook nog, dat het de mannen van onze toekomst zijn.’
Het was toch geen striptease wat ik gedaan heb, vond ik, doch toen ik het woord wilde uitspreken dacht ik er juist bijtijds aan, dat ook dat nog niet bestond.
‘Ik zou mijn dochter niet graag met zo iemand laten uitgaan, zei moeder zelfs’. [Waarom zegt ze dat nu, dacht ik] en ik zei:
‘En je doet het toch.’
‘Wil je dan?’ vroeg ze.
‘Maar als je moeder dat gezegd heeft?’
‘O, dat zei ze gister, toen ze meende dat er helemaal geen kans op bestond. Ze is anders heel lief voor me. Ze heeft me zelf naar jouw avond meegesleept.’
‘Ik begrijp het niet,’ zei ik.
‘Dat dacht ik gister ook, toen ik je hoorde,’ zei ze Ze keek met een smachtende blik naar de hemel. Hij was helemaal bewolkt en ik begreep niet waar ze nog op wachtte, doch ook ik ging niet weg.
‘Nu, laten we dan maar gaan’, zei ze. ‘Het zal wel zo erg niet zijn’.
‘Wat zal zo erg niet zijn?’
‘Wat je gevraagd hebt. Je wilt toch niet dat ik alleen in avondrood gekleed aan je arm loop.’
‘In dit weer?’ vroeg ik.
‘Waarom schrijf je dan zoiets. Zeg, je mag me wel, is 't niet?’
Ik knikte, ik wist niet waarom.
‘Ik jou ook’ zei ze. ‘Je durfde het gister alleen niet rechtuit te zeggen, hè! Nu, het kon ook niet, waar mijn moeder bij was. Je had dat heel handig ingekleed, ik had het dadelijk begrepen, dat je mij bedoelde met dat meisje.’
O, dacht ik, [om niet' zei ik,' te moeten schrijven, want dat is afgezaagd] wat is schrijven een beroerd vak. Ze gaan er altijd iets anders achter denken dan er staat.
‘Ik bedoelde alleen iets als een gedicht, maar ik maakte er bij ongeluk een verhaal van, omdat de twee eerste regels die me waren ingevallen, proza waren.’