Roeping. Jaargang 32(1956-1957)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 654] [p. 654] Jan van Sleeuwen Drie kwatrijnen Een zwerver getrouwd Men kan niet steeds maar blijven dolen, eens komt men toch ‘onder de wolk’, dan stooft men u Coolen op Coolen met veel kinderen van ons volk. Bepaling van plaats Het dorp ligt niet op de hei zoals van Hemeldonk zei, het dorp, zei Coolen, ligt hier voor altijd aan de rivier. Avond in de peel Als ik door het donkere licht van de avond kijk naar daags schone voleinding onder de canadassen, zitten de peelwerkers uit dit kleine rijk al met de goede moordenaar te klaverjassen. [pagina 655] [p. 655] In Brabant VOOR ANTOON COOLEN Onder het licht van de sterren is alles hier nog vertrouwd, ik zou, vermoeid van de verte, hier blijven ten eigen behoud, hier werken langs de rivieren in het leem van de steenbakkerij met een achterland vol dieren op wei en hei, hier rusten in de dorpen, hoor, in de tuin van 't café spelen fanfarecorpsen dichter en boer van Suppé, pleisteren onder kastanjes voor het koffiehuis bij het station waar hangt nog naast dat der Oranjes het portret van Napoleon. De bomen hier kennen veel kleuren binnen de grenzen van groen als het groen van de boerendeuren met verschillen van nu en toen. Soms lopen hier kerkvaders van voor de hervorming rond, zij wikken hun imprimatur en ruiken spoedig lont. Maar onder het licht der sterren slaapt men ten eigen behoud, men voelt zich vermoeid van de verte en kruipt in het kreupelhout. Vorige Volgende