Roeping. Jaargang 32(1956-1957)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 327] [p. 327] Gabriël Smit In Memoriam Matris Hoe dichter bij mijn eigen dood, hoe dichter bij de uwe. Reik- halzend rek ik mij naar de witte, gazen wand waarachter gij mij zijt weggedaan, het hoge scherm om uw laatste bed. Aan vaders hand loop ik de kamer uit, in mijn andere hand twee kleine, witte pepermuntjes. Vandaan onder het gedempte, hees fluisterende licht, onder de angstgordijnen die overal opwaaien in de kamer, schichtig klapperend, ontzaggelijke vleermuizen. Daaronder moet ik u achterlaten, uw smal gezicht, uw smalle handen, trillend om het doosje met de witte pepermuntjes. Meer weet ik niet van u. Gij hebt geen stem voor mij, nergens gaat gij naast mij, u mag mij in uw omgewoelde bed niet kussen, ik heb alleen twee kleine pepermuntjes en die moet ik mijn hele, lange leven eten. Want het hoge, witte scherm kan ik niet wegdoen, - o, ik zie de hoge, witte wolk waarachter onze Heer - de uwe en de mijne, Goddank - werd weggenomen bij zijn hemelvaart. Tuur ik daarheen dan zie ik licht in licht, zoek ik achter uw laatste wit dan storten vereenzaming en hulpeloos verlangen in grauwe gangen neer, over een gladde trap, een wezenloze vestibule, een rillende regenstraat [pagina 328] [p. 328] waar een lange, zwijgende man loopt met aan zijn hand een klein, verwezen kind. Ik weet het nu: ook dat is licht, het zelfde als achter de witte wolk op de Olijfberg. Daar woont u, moeder, ik weet het, maar wees niet boos als ik in de angstige kamer van mijn ziekenhuis u toch blijf zoeken, twee pepermuntjes in mijn hand. Ik zoek mijn kinderstem, ik wil zingen voor u, over het doodscherm heen, ik wil zingen over alle dingen waarin u mij toch hebt vergezeld, waarin ik uw handen heb geweten, het laatste opglanzen van uw grote, brandende ogen. U bent zo goed voor mij geweest. Mijn stem is hees nu, maar toch zult u mij herkennen: in de hoge, stormende kamer van mijn jaren sta ik en mijn kinderstem reikt naar uw laatste, lieve adem, ik zing uw grote ogen toe. Slaap, slaap, slaap. Vorige Volgende