Roeping. Jaargang 31(1955-1956)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 679] [p. 679] Herman Cocu Conceptio immaculata voor Maria Hoe Maria werd gezegend aan de oever van haar schoot, toen Gods water was verregend op de schedel van de dood, toen Gods akker en de herder huilden om het doodsbegin van geboorte en zo verder naar een zondvloed zonder zin. Dit nu is haar aanvangsleven: land en water hebben niet aan haar lichaam vorm gegeven noch de adder zielsverdriet. Maar haar hand draagt witte duiven naar de tempel van de Geest, om het schuldloos overhuiven aan de welving van haar leest. In het eigen moederwater dreef zij als een moedervis naar de Geest van nu en later in een nieuwe Genesis. Waar de Vogel heeft gevlogen en het water zwellend is, is de wereld opgewogen tegen slang en duisternis. Maar Maria bet haar wonden aan de oever van haar schoot, om de Ichthus zo verslonden door de potvis van de dood. [pagina 680] [p. 680] Zeeman Als de pier van Scheveningen en de zeeman en zijn gin vrijen met de zeemeerminnen tussen hel en hemel in, raakt het water ingeschapen in de zeemijl van de tijd. Maar de zeeman zal gaan gapen bij gebrek aan eeuwigheid. En gedoken in zich zelve zwemt hij haastig door zijn bloed. Al hetgeen hij op kan delven is alleen zijn ondergoed. Daarom seint hij vele vragen uit de branding van zijn dorst. Want hij durft de sprong niet wagen zonder zwemvest om zijn borst. Maar hij kan het toch niet laten. Hij verliest zijn evenwicht. Zie, nu sluit het Grote Water boven zijn verlangen dicht. Vorige Volgende