tegenvraag willen stellen: Wat voor ander middel is er, om uit die enorme hoeveelheid belletrie en populair wetenschappelijke lectuur een verantwoorde keuze te doen? Of beter gezegd, om daarin de weg te vinden?
Naarmate het katholieke publiek op hoger peil van ontwikkeling komt, zelfstandiger kan lezen en oordelen, zal er minder aan recensies, dus ook minder aan Idil behoefte gevoeld worden. In de huidige situatie, waarin nog slechts een gedeelte van de katholieke massa aarzelend tot het boek komt, is een practische handleiding onmisbaar. Denk ook aan de verschillende medewerkers van de boekverkoper, die toch ook iets van de boeken moeten weten! Voor hen zijn Idil-uitgaven een practische richtsnoer.
Er wordt wel rekening gehouden voortschrijdende ontwikkeling en het meer zelfstandig worden van de katholieke lezer. Dit blijkt uit het feit dat bepaalde werken die in een vorige druk van het Lectuur-Repertorium gekwalificeerd werden met een meer voorbehouden cijfer, b.v. III, thans in een nieuwe uitgave gekwalificeerd worden met III-IV of IV, dus ruimer.
De kwalificatiecijfers verdelen de boeken in groepen. De individuele lezer kan zelf bepalen tot welke groep hij zich rekent en ook dit kan van boek tot boek weer verschillend zijn. De tekst van de recensie zelf geeft dikwijls belangrijke aanwijzingen en motiveringen. Ik zie dan ook in feite geen principiëel verschil tussen een recensie van Idil en andere recensies, of het moest dan zijn, dat Idil rectificeert, terwijl rectificaties in tijdschriften- en dagbladenrecensies tot de grote uitzonderingen behoren. Men zou ook nog oog kunnen hebben voor de propagandistische waarde van Idil: recensies voor de microfoon, het reclametijdschriftje Boekenschouw, de lijsten van jeugd-lectuur, de affiches.
In deze tijd van grotere vrijheidszin, van weerstanden tegen censuur en angst voor maatregelen, een tijd van reactie op de wettige houding van de katholieken, kan ik mij voorstellen dat tegen Idil soms bezwaren worden gemaakt. Ik zou echter willen stellen, dat in de praktijk deze bezwaren niet opwegen tegen de dienende taak die efficiënt wordt vervuld, met een grote mate van betrouwbaarheid door een instelling zonder winstbejag. Een instelling die zeker niet verstard is en meermalen tot nieuwe initiatieven is gekomen. Ik wijs in dit verband alleen slechts op het tijdrovende werk, dat onlangs ter hand werd genomen, n.l. het beoordelen van engelse en amerikaanse pocket-boeken. Op dit onoverzichtelijk terrein is het hoog nodig dat van katholieke zijde bepaalde uitgaven als ongewenst worden gesignaleerd, andere worden aanbevolen. Als katholiek boekverkoper kan ik alleen maar dankbaar zijn voor de enorme tijden energiebesparing die Idil mij ook hier geeft.
Als conclusie zou ik dan willen stellen: Idil-publicaties zijn voor de katholieke boekverkoper een niet te missen practisch hulpmiddel, dat verstandig gehanteerd moet worden en waar naast eigen oordeel en inzicht noodzakelijk blijft.