Roeping. Jaargang 30
(1954-1955)– [tijdschrift] Roeping– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 597]
| |
[pagina 598]
| |
Chanson
De mooie vrouwen zijn bedorven
de lichte vrouwen zijn onkuis
de kuise is de vrouw van morgen
zingend bij haar gasfornuis
de blonden hebben rijpe lenden
de donkeren hebben diepe zin
het beste zijn de onverwenden
zij kunnen lachen binnen-in
de tedersten zijn vaak de koelen
de bruisenden dat zijn de zwoelen
de harden zijn als diamant
laten zij zich eindelijk strelen
zij worden glanzende juwelen
parelend van onverstand
|
|