namen, en geen ze], aan de andere kant ‘verovert’ het Zuidoostelijk systeem het Noordwesten: hij voor de meeste stofnamen, en zelden ze: van de koffie wordt daar gezegd hij is lekker. Zo groeit er een eenheidstaal waarin hij buiten persoonsnamen het woord ze volledig vervangt. De spelling vertraagde dat proces tot dusver; nu zal het erdoor bevorderd worden. [We hopen dat de Commissie de laatste uitzonderingen op de vrijheidsregel bij een herdruk weg zal laten: ik bedoel de woorden op -heid, -ing e.d., die nu nog verplicht ze krijgen, alsmede de koe waarvoor dat dwangbevel nog geldt. Laat hem toch alstublieft melk geven.]
Is er bij deze kwestie - door het compromis-karakter van de regeling - nog te weinig speling, te veel vinden we op een groot aantal andere punten. Zoals bekend verheugt ons taalgebied zich in een soort taalkundige folklore, een adat van voorschriften die de officiële taalkunde niet kent, maar die door een bepaald soort boekjes in stand gehouden worden. Ik hoef wel geen namen te noemen. De schrijvers zijn taalkundige leken; ze onthouden zich dus als regel van een bewijsvoering, of maken er zich met een quasi-logisch smoesje van af. Ik noem enkele van die volksgebruiken met name.
Vanaf en vanuit mogen niet aan elkaar geschreven worden, groter als is fout. om mag niet op papier gezet worden als het geen ‘doel, bestemming of strekking’ betekent, de gebiedende wijs ‘meervoud’ heeft altijd een t, enigste mag evenmin geschreven worden, maar moet door enige vertaald worden, die man z'n boek moet weergegeven worden door het boek van die man, wie z'n kind door wiens kind enz. Voor een deel berusten die dingen op quasi-logica, voor een deel zijn het doodgewone Germanismen, net als der, dier, ener, zijner, enz.
Eén van die schilderachtigheden was de ‘verplichting’ om als vrouwelijk meervoudig bezittelijk voornaamwoord haar te schrijven: de dames en haar tasjes. Hier was hun ‘verboden’.
Dit laatste heeft de Commissie gelukkig veroordeeld [blz. XVIII], vanaf staat in de lijst als één woord, vanuit staat er helemaal niet in. Dat zijn dus enkele opruimingen. Wat der betreft is de Commissie naar mijn smaak nogal voorzichtig, al gaat het terugdringen ervan zeker in de goede richting. Een technischgrammaticale motivering moet ik hier achterwege laten: het gebruik van der is in niet-litteraire teksten in elk geval heel ongewenst.
Jammer dat de Commissie de naamvals-n bij deze gelegenheid nu niet definitief afgeschaft heeft. Het gebruik heeft hem binnen enkele maanden na het facultatief-stellen immers zó eenstemmig verworpen dat er geen mooier bewijs denkbaar was van z'n ongewenstheid. Hij heeft onze teksten eeuwen lang in een Duits dwangbuis van flectie helpen dwingen, samen met des en der. Hier was een mooie gelegenheid geweest om er definitief mee af te rekenen.
Misschien moet ik iets duidelijker zijn: gevallen als op den duur vallen hier