het repertoire van Theresa. Voor de scherts diende men een taartje op in de vorm van het hoedje.
*
Er was eens een locomotief, zó goed, dat zij stopte om de wandelaars voorbij te laten gaan. Op een dag kwam er een auto op zijn ijzeren weg aangehobbeld. De chauffeur zei tegen het oor van zijn rijdier: ‘Zullen wij maar een procesverbaal opmaken?’ ‘Het is nog jong, zei de locomotief, ze weet het allemaal nog niet’. Zij beperkte zich er toe minachtend een beetje stoom te spuwen op de sportman, die buiten adem was.
*
Madame de Staël was op het hoogtepunt van haar liefde voor Benjamin Constant. Hij komt terug van de Opéra en roept uit:
- Ah! Malibran was schitterend in het Eerste.
- Schitterend!, zegt Mme de Staël grinnekend, schitterend?
- In ieder geval was ze prachtig in het Tweede.
- Prachtig! Wat overdrijf je toch.
- In ieder geval was ze erg mooi in het Derde, lieveling.
- Erg mooi, mijn beste, toe maar!
- Geef dan tenminste toe dat ze erg veel fijnheid toonde in het Vierde.
- Fijnheid! - Fijnheid - bah!
- In ieder geval, lieveling, heeft ze in het Vijfde accenten gelegd.
- Accenten!, mijn beste, het mocht wat...
- Welnu, mevrouw, wat wilt U? het arme meisje heeft gedaan wat ze kon...
*
[Het slot van het voorwoord van La Côte:] Enfin, dit is dus een voorwoord! Ik had zin om een voorwoord te schrijven! Een echt voorwoord! Nu, dit voorwoord is inderdaad een voorwoord; niemand kan het ontkennen, want niets ontbreekt eraan. Het begint met een citaat, zoals het past, dat ontleend is aan een onbetwistbaar geniaal schrijver: citaten worden altijd aan onbetwistbare schrijvers ontleend; toch zou het meer verdienste hebben om de anderen te citeren. Zij beval verscheidene onbekende eigennamen, klachten over de zeden van de tijd, persoonlijke herinneringen van de auteur; hier en daar gespot met hetgeen hij bewondert en verschillende bedankjes, het is een Voorwoord!
*
[Geschiedenis van de Cornet à Dés:] ‘O, wat is een titel!, zei miss Hastings, [een Engelse dame die schrijft en de vrouw van Modigliani], in Engeland, weet U, zou men haar U voor het verschijnen van het boek hebben afgestolen!’... inderdaad, iemand wiens naam ik niet zal noemen, haastte zich, toen er sprake was van een uitgave, onder een andere titel [we zijn tenslotte niet in