Roeping. Jaargang 29(1953)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 538] [p. 538] Lambert Tegenbosch Mis doen Ik was de priester, onze kamer kerk, ik was de lieve misdienaar die priester wilde worden en het werkelijk al was, voor moeder, meen ik, voor mezelf misschien als ik de tafel in gereedheid bracht: wat rode limonade voor de wijn en pepermunt voor brood. - Het smaakte goed. Beter dan de dromen die listig nestelen in het bloed en in de hersens broeden op een wereld waar ik en alle dingen toch enkel ik zijn. Dit was de mis. De mis van bonte lappen, restanten naaigoed. En moeder in de hoek maasde kousen. Ik wist wat zij stilzittend daar verdichtte, Onuitgesproken was het luidere aanwezigheid dan mijn latijn. Als ik Judica me zei en mijn zusje de bel, een sleutelbos, deed rinkelen, dacht zij: o God, hij zal opgaan tot Uw altaar. En haar ouderdom werd blij van dromen, een blijde jeugd van list en dromen. Kregen wij ruzie om de limonade, de pepermunt die ik vals doormidden brak, wil zij geen mis meer dienen, - zegt moeder maar dat het allemaal Zo moet en we braaf samen moeten spelen... En ik krijg weer gelijk, het voorschot op het later eeuwig gelijk. Zij toch weet dat Het Allemaal Zo moet. Als wij weer speelden zou zij verder mazen [bij de Consecratie vroom dromen en pauzeren]. [pagina 539] [p. 539] Verlegen met de snoepjes offerande wist ook ik, onwetend, soms hoe het moest, maar gaf ik wat ik toch niet langer had en wat de smaak van jokken had en diefstal, weg aan de misdienaar, dan werd zij echt vertederd, zag bloesemende martelie, een rood kazuifel, gloed van blij verdriet, - te haastig feitelijk tussen al het huiswerk, maar dat met kleine tranen zij wakker hield. O, onverhoeds zou iemand komen, iemand die aan haar tranen ogen en wangen gaf. en aan gelaat en rug en haren een lange reden voor verdrietig erosie. Iemand, een kind, om zijn moeder te maken moeder van een priesterlijk verdriet. Zij zou de priester zijn, háár kamer kerk. Daarbuiten, na de laatste mis, in een andere kamer, sterft dan het kind, maar vindt, ontwakend, zich begraven in gewijde grond, voorgoed. Vorige Volgende