Roeping. Jaargang 29(1953)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 537] [p. 537] [Nummer 9] Anton van Duinkerken Saltem per enigmata ‘...saltem per enigmata, id est per litteras.’ Epist. Scti Francisci Xaverii, die XXo Sept. MDXLII Gevoel is er spoedig te veel mee gemoeid, als een Godskind op reis zich de hemel vol zaligen stoeit; alleenzijn alleen maakt, ons wijs. Van aanzicht in aanzicht aanzie ik voorlopig de vrienden niet meer, in raadselen kruis ik mishopig mijn spiegel, de zee, op en neer. Waar ben ik, verloren in mij, gebleven, waarheen onderweg? de ruimte, waarin ik mag leven vervluchtigt het woord, dat ik zeg. Zinzoekende letters verstaan elkander en worden mij lief, van handschrift en inborst verander ik verweg op wacht naar een brief. Vraag, vrienden, ik vriendschap te veel? onzienlijk-bewegende hand, teken in afzijn een vriendlijk charakter van 't andere land! Vorige Volgende