Roeping. Jaargang 29(1953)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 495] [p. 495] Gabrielle Demedts Regenavond Jij weet hoe ik heb gesmeekt, klein lot dat over mijn handen streek; hoor hoe de regen de wacht betrekt: onmerkbaar verschuift het duister in 't duister. Door nachten van storm, in het windgeloei tampt er een klok over kwaad en goed - eindloos bevochten, nu beide vergaan, maar regen is eeuwig, of je doof bent of luistert. Of je doof bent en je'ogen verschuilt warm in de blik die jou omsluit, heimwee is eeuwig. Je blik raakt mij aan: wanhoop van eeuwen slaat om ons saâm. Vorige Volgende