in het kunstwerk dan een prolongeren of een uitbouw van de kern-sensatie.
De naïeveteit van de primitieve poësie nam haar toevlucht tot herhalingen van bepaalde emotionele klanken of beelden. De antieke beeldhouwkunst [de prae-hellenistische], in haar decoratief stadium, herinnert ons aan de kinderlijke vervoering. Montaigne wees er reeds op dat de primitieve poësie door die ‘naïeveteit’ haar wezenlijke schoonheid opbouwde.
*
Wanneer een stameling zich driemaal herhaalt, verkrijgt het woord al een architectuur. Lang vóór de voorstelling was dit het grondsentiment van de beeldende kunst.
Het is deze poëtiek die het gerythmeerde vlak schept, zoals ze in de muziek de oorsprong is van het gevariëerde thema. In de onverklaarbare orde, door het sentiment geschapen, brengt de geestelijke activiteit de ware artistieke emotie.
*
Zo alleen kan de verbijsterende vlucht van een Stijl verklaard worden in époques die van Eeuwigheidswaarde waren vervuld.
*
Dit lijkt mij de kerngedachte van het levenswerk van Albert Gleizes... maar hij ademde in een andere tijd.
‘Aucun artiste ne peut se passer du réel’ [Camus] De realiteit is de wereld waarin men leeft. Zij schept condities waaraan de kunstenaar zich niet onttrekken kan. Hij kan er hoogstens tegen revolteren. Het is dus nooit alleen een kwestie van sentiment.
*
Wanneer men van een krachtig sentiment spreekt, duidt men, méér dan een temperaments-graad, de aanwezigheid aan van het natuurlijk intellect. Wannneer in de modene schilderkunst b.v. het oorspronkelijke begrip van rythme terugkeert, herneemt die natuurlijke intelligentie haar onwaarneembare, maar noodzakelijke hegemonie.
*
De schilderkunst van de middeleeuwen, zegt Albert Gleizes, ‘est profondément mentale et incline à la méditation... elle ne cherche pas extérieurement sa raison. De sorte quel'anecdote, telle que peut nous paraitre l'image, est, en definitive, le temporaire aspect du permanent, l'apparence du moment qui passe dans notre optique... La figuration, ai-jé dit c'est le temporaire, c'est la partie fugitive... Si le tout est mouvement, la figuration est le repos, elle joue le rôle statique. La construction de la fresque est abstraite, donc eternelle, la figu-