Roeping. Jaargang 28(1951-1952)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 495] [p. 495] James Laughlin Drie gedichten van James Laughlin DIE OUWE DOKTER GOD O ja iedereen lacht om die Ouwe Dokter God en zijn medicijn soms maakt het je dood soms maakt het je beter soms maakt het je niets en je blijft wie je was die Ouwe Dokter God met koffie in zijn baard en dezelfde ouwe mopjes elk jaar opnieuw en met zijn ouwe bruine koffer waar nooit inzit wat hij nodig heeft ja iedereen lacht om die Ouwe Dokter God tenminste ze lachen zolang het nog dag is maar als het nacht is en ze buikpijn gaan krijgen potdorie dan kreperen ze en drijven ze in het zweet en sturen ze een ijlboodschap naar die goeie Dokter God! [pagina 496] [p. 496] Wanneer begint het stuk? (een politiek gedicht) Moeder wanneer gaat het stuk nu beginnen wanneer gaat er iets gebeuren ssst lieverd wees stil het is nu nog maar eventjes maar u hebt dat al zolang geleden gezegd ik wil dat het gordijn opengaat ssst lieverd wees stil het staat helemaal niet netjes om te praten als de muziek nog speelt maar moeder ik ben de muziek zo beu en ze spelen de hele tijd het zelfde stuk ssst lieverd nog eventjes hier is een toffee eet maar lekker nee ik wil geen toffees meer moeder ik wil dat ze beginnen met het stuk ik wil de lichten zien aangaan en de mensen in het rond zien lopen en zien praten en lachen en zingen. [pagina 497] [p. 497] Wat het potlood schrijft Vaak als ik uitga dan stop ik in mijn jaszak papier en potlood voor 't geval dat ik soms iets op zou willen schrijven nu en daar zitten ze waar ik ook heenga als mijn jas beweegt begint dat potlood uit zichzelf te schrijven een soort koeterwaals in hieroglyphen ik denk vaak wanneer ik me uitkleed 's nachts en dat papier uit mijn zak neem met niets dan die rare en zinloze tekens erop dat is het verhaal van mijn leven. Vert. michel van der plas Vorige Volgende