van de oorzaken. Mauriac heeft tegen dat morele lijden geen Nietzcheaans ressentiment doen klinken. Het Paulinische van zijn antwoord klinkt duidelijk in Le Mystère Frontenac op de vraag van Yves Frontenac: ‘Welk is dan de vrijheid van de mens bij een keuze in zoveel onderworpenheid aan het stoffelijke?’: -‘Je bent vrij om in de wereld het hart rond te slepen, dat ik voor déze wereld niet geschapen heb, op de aarde een voedsel te zoeken, dat niet voor je bestemd is en er te pogen een honger te stillen, die er niet gestild kan worden.’
In een van zijn laatste werken Le Sagouin plaatst Mauriac al de monsterlijke destructies, welke van de liefdeloosheid uitgaan, op een gemeenschappelijk plan. De tragedie van een achterlijk kind voltrekt zich in de oncontroleerbare samenwerking van een wederkerig verzaken, enerzijds de vrouw (moeder) die in haar gederailleerde hoogmoed de misdaad laat gestalte aan nemen, anderzijds de stalinistische onderwijzer die in zijn rationele ijverzucht, deze rotte vrucht (het kind) van de bourgeoisie uitstoot. De samenwerking van twee tegenovergestelde klasse-ressentimenten voltrekt zich in een absurditeit, welke ons aan de meest ironische toevalligheid van veel sociale ondaad dezer eeuw herinnert.
Het lijkt mij dat in een klein meesterwerk als dit Mauriac een kristallisatie bereikte, die hem onder de grootsten van de romankunst bevestigt. Dat de auteur van Genitrix en Asmodée een onderscheiding als de Nobelprijs ten deel valt, bewijst hoe algemeen de waardering is voor zijn sterk, onbevangen, vaak sarcastisch, maar diep geworteld katholiek levensbeschouwen. - ‘De katholieke schrijver’, heeft hij eens gezegd, ‘put zijn kracht uit de onbevangenheid waarmede hij de zonde in het gelaat durft zien.’
Maar door die wereldbekroning van zijn werk worden we tevens herinnerd aan zijn universele geest, als toneelschrijver, als historicus, als subtiel kriticus, als hagiograaf, als journalist en pamflettist. In de actualiteit der politieke controversen blijven zijn kanttekeningen (elke Dinsdag in de Figaro) getuigen van een strijdbare allure, van een scherpzinnige ironie tegenover alle vormen van totalitarisme en anarchie, tegenover de zwakheden der democratie en tegenover een verkeerd gebruik van de Evangelische waarheden! Boven alle politieke tegenstellingen klinkt zijn realiteitszin en zijn beroep op het menselijk respect.
‘Wat wij verdedigen in West-Europa’, antwoordde Mauriac onlangs aan de progressieve katholieken, die zich tegen een gewapende verdediging van het Westen verzetten, ‘dat zijn zelfs niet onze musea en onze kathedralen, maar op de eerste plaats die tien rechtvaardigen, die God nodig had om Sodoma te sparen, en die we zeker vinden tussen de heiligen van deze tijd, die in de grootstad, als priesters, in een werkplunje deelnemen aan het verbrutaliserend bestaan der minst-bedeelden om dààr de morele nood te helpen lenigen.
Robert Franquinet