Wat we dan wel zien is, dat het rijk der duisternis straf wordt georganiseerd en dat de vorst van de wanorde het masker bijna heeft afgeworpen. Althans voor ons. En tegen deze duistere achtergrond van dreigende wolken wordt steeds meer openhaar - ik zou willen zeggen: steeds meer zichtbaar - wat iedere burcht Gods in de branding te betekenen heeft. In deze dagen van geloofs-afval en van geloofs-vervolging is zulk een stichting in zeker opzicht niet alleen een nog groter werk, maar het moet nu duidelijk voor ogen staan voor ieder die de tekenen des tijds enigszins verstaat, dat het een groot en eervol werk is.
Het is een nog groter werk dan in de ‘eeuwen van geloof’ ook daarom, omdat het materieel niet uitvoerbaar zou zijn zonder veel inspanning en edelmoedige offers. Zonder een innig geloof is het heden nauwelijks mogelijk. Waar zouden de middelen vandaan komen, wanneer we niet stellig vertrouwden, dat de Beheerder aller goederen ons helpen zou? Dat Hij, die ons de genade om niet geschonken heeft, ook niet zal nalaten ruimschoots te vergoeden, wat onzerzijds om Zijnentwil geofferd werd?
Wat zal Hij ons dan in ruil verlenen? De oude christenen braken omwille van hun basilieken de muren van de heidense tempels af. En wij? Zouden de kerkmuren die thans opgericht worden, niet tot de afbraak leiden van het ijzeren gordijn?
Dit wat de tijd betreft van dit onheilspellend uur.
Ook de plaats heeft ons iets te zeggen. In het Heuvelkwartier zal de kerk zich vertonen als het middelpunt van de wijk. Maar zo gaat het niet in de moderne stad. Meer en meer worden we in onze steden van gemengde bevolking, zowel om materiële als sociale redenen gedwongen, om de kerken terzijde te schuiven, en te maken tot een zeer bescheiden midden van een tweede of derde orde. Wat er dan in het hart verschijnt? Wat uw schat is, dat is ook in uw hart - dat geldt ook voor de gestalte van de steden.
En dit spreekt weer het duidelijkste bij de twee grote scheppingen van de oude, deels ontkerstende Europese beschaving, van Amerika en het nieuwe Rusland. In Amerika wordt het midden in hoofdzaak ingenomen door de torenhuizen van de handel; maar in Sovjet-Rusland gaat men nog verder: daar is het ideaal om de industriepaleizen en de werkplaatsen in het middelpunt te leggen. De rangorde is hier omgekeerd.
Daarom mogen we wel gelukkig prijzen de landstreken, waar de kerkgebouwen nog daar geplaatst worden, waar ze thuis behoren, nl. in het hart.
Naast en boven het bepaalde van tijd en plaats, verdient tenslotte de aandacht te worden gevraagd voor 't persoonlijke element. En dat bestaat hier, zoals gezegd werd, in de toewijding van deze kerk aan Onze Lieve Vrouw; meer concreet: aan Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand.
Wanneer een Godshuis een teken is te midden van de woelige wateren dan is het dit nog meer door de hoge Patrones die het beschermt. Zij is immers het teken Gods, het ‘grote teken aan de hemel’; want, mens zijnde doet ze ons omtrent God het meeste kennen, gevoelen en verstaan.
In dit uur van duisternis is, door het dogma van de ten-hemel-opneming dit teken voor ons in nog groter helderheid gaan schijnen. En wederom is de glans ervan verhoogd, doordat Zijzelve in deze eeuw als het ware uit