| |
| |
| |
H. Hartwijk
Van Lönnrot langs Longfellow naar Guido Gezelle
Februari 1835 verscheen het eerste Kalevala van Lönnrot, Februari 1849 het Nieuw of volledig Kalevala; beide gebeurtenissen vormden de eerste grote Kalevalafeesten van het cultureel ontwakend Finland.
In 1855 voltooide de Amerikaanse dichter Henry Wadsworth Longfellow ‘The Song of Hiawatha’.
In 1886 kwam dit Indianenepos in de Vlaamse overzetting van Guido Gezelle te Kortrijk van de pers.
Deze schijnbaar los van elkander liggende feiten hebben voor de vergelijkende literatuurgeschiedenis een belangwekkende betekenis gehad. Er heeft in Amerika en Engeland zelfs een vrij ernstige Kalevala-Hiawatha-twist gewoed, die de Vlaamse dichter voorzeker heeft gekend, maar waarvan hij in zijn geschriften nooit gesproken heeft.
Tóch verdient deze episode uit de geschiedenis van het Hiawathalied onze bijzondere aandacht.
Het jaar, waarin de eerste uitgave van het Finse volksheldendicht verscheen (1835), bezocht Longfellow Zweden en Denemarken. Hij maakte er kennis met de Finse cultuur en leerde onder leiding van de Zweedse dominee en dichter Mellin de Finse taal, die hij welluidend vond. Zijn studie beperkte zich evenwel tot de eerste beginselen. De Zweedse pastor bracht hem ook nader tot de Finse dichtkunst, waarmee Longfellow reeds in vluchtige aanraking was gekomen door een artikel van Sir John Bowring in de ‘Westminster Re- | |
| |
view’ (1827). Hij had bovendien in Duitsland gestudeerd, waar hij Goethe's ‘Finnisches Lied’ had leren kennen. Waarschijnlijk kende hij ook George Borrow's ‘Targum’, dat in 1835 te Sint-Petersburg verschenen was en waarin twee korte uit het Fins vertaalde gedichten voorkomen. Hoe het zij, de studie van de Finse dichtkunst begeesterde Longfellow van nu af aan dermate, dat hij nauwkeurig alle wisselvalligheden van het Kalevala en de overige Finse literatuur volgde. Zijn belangstelling werd nog groter, toen hij in 1842 tijdens zijn verblijf in Duitsland tezamen met zijn vriend Ferdinand Freiligrath de ‘Finnische Runen’ van Hans Rudolf von Schröter las, waarvan de eerste druk in 1819 te Upsala verschenen was.
In 1854 kreeg Longfellow de in 1852 te Helsinki gedrukte Duitse Kalevalavertaling van Anton Schiefner in handen. Dit werk gaf de laatste stoot aan zijn Song of Hiawatha, waarvan onderwerp, vorm en versmaat hem nu duidelijk werden. Een jaar daarna was zijn Indianenepos voltooid! - Tóch was Longfellow niet de eerste Amerikaanse dichter, die de versmaat van het Kalevala in beoefening bracht. De geleerde dichter, geneesheer en geoloog James Gates Percival had reeds twaalf jaar vóór hem in een reeks buitenlandse gedichten ‘Studies in Verse’ enige fragmenten van Finse zangen vertaald, die in de traditionele versmaat geschreven waren. Deze reeks is echter nooit in druk verschenen.
*
De uitgave van ‘The Song of Hiawatha’ had intussen een literaire strijd doen ontbranden, die in de vergelijkende literatuurgeschiedenis als de Kalevala-Hiawatha-twist bekend staat. De aanstichter ervan was de
| |
| |
Amerikaanse dichter T.C. Porter. Deze ontdekte in 1855 in de bibliotheek van prof. Adolphus Koeppen Schiefner's Kalevalavertaling, die hij vol begeestering begon te lezen. Tot zijn verwondering bemerkte hij, hoe niet alleen de versmaat, maar ook verschillende andere elementen van het Hiawathalied aan het Finse volksheldendicht ontleend waren. Tezamen met prof. Koeppen en de Finse philosoof August Frederik Soldan, die van 1849 tot 1858 in de Verenigde Staten woonde, vergeleek hij de beide dichtwerken. De 17e November van hetzelfde jaar schreef Porter aan Soldan over de voortreffelijkheid van het Finse epos en vroeg om hem bij het vertalen ervan behulpzaam te willen zijn. Zijn schrijven was begeleid van een artikel met fragment uit de eerste Runenzang, dat een week later met goedkeuring van Soldan in de ‘Washington National Intellingencer’ verscheen. In dit artikel beweerde Porter, dat Longfellow zowel de versmaat als ‘verschillende der meest indrukwekkende episoden van het Kalevala had nagebootst’. Het vertaalde fragment was er de toelichting van. - Een goede maand later schreef hij een tweede artikel voor de Intelligencer. Het blad weigerde het, maar de ‘New York Tribune’ nam het op. Daarmee nog niet tevreden, herhaalde Porter April 1856 zijn beweringen in de ‘Mercersburg Review’ onder de titel ‘Kalevala and Hiawatha’. Hij was en bleef ervan overtuigd, dat de overeenkomst in vorm, versmaat, geest en meerdere episoden het Hiawathalied tot een variant van het Kalevala maakte en dus alle oorspronkelijkheid miste: in plaats van met een meesterwerk, had men met een vulgair plagiaat te doen. - Longfellow vond in Moncure Daniel Conway een weliswaar toegewijd, doch uiterst zwakke verdediger. Porter van zijn
| |
| |
kant ging te ver door ‘The Song of Hiawatha’ tot een eenvoudig variant te verlagen. We zullen dit in 't verder verloop van deze beschouwing duidelijk zien.
Geheel onafhankelijk van de Amerikaanse, ontstond ook in Engeland een Kalevala-Hiawatha-twist. De voornaamste deelnemers daaraan waren William Hovitt, een zekere ‘W.S.’ (hoogstwaarschijnlijk Whitley Stokes) en de reedsgenoemde dichter Freiligrath. Hovitt had reeds in zijn ‘The Literature and Romance of Northern Europe’ (1852) een kort fragment uit het Kalevala vertaald. De beroemde vorser der Keltische talen, Stokes, deed eveneens Kalevalafragmenten in het Engels verschijnen. Freiligrath bewees overtuigend, dat zijn vriend Longfellow de versmaat van het Kalevala voor zijn Hiawathalied gebruikt had.
*
De literaire strijd rond de beide heldendichten liet Longfellow zelf tamelijk onberoerd. De Kalevala-Hiawatha-twist zou dan ook nooit zo'n lang leven gehad hebben, als de latere critici geen onvergefelijke vergissing hadden begaan. In 1888 verscheen nl. de volledige Amerikaanse vertaling van het Finse epos door John Martin Crawford, die allesbehalve tekstgetrouw is. Hoogstwaarschijnlijk onder invloed van zijn professor, Porter, heeft deze meermalen het Hiawathalied in plaats van het oorspronkelijk Kalevala geraadpleegd. De latere critici hebben dit niet bemerkt. Vandaar hun bevestiging van Porter's bewering, dat Longfellow in meerdere episoden van zijn Indianenepos het Kalevala woord voor woord heeft afgeschreven. Dit is een onvergefelijke vergissing. Ofschoon ze de Finse taal niet kenden, hadden ze toch de vertaling van Crawford
| |
| |
met de Duitse vertolking van Schiefner of de in 1907 verschenen Engelse uitgave van William Forsell Kirby kunnen vergelijken. Ze zouden dan de zwakke zijde van de Amerikaanse overzetting hebben opgemerkt.
Dat er meermalen een sterke overeenkomst bestaat tussen het Kalevala en ‘The Song of Hiawatha’, is intussen buiten kijf. Vooral in de z.g. ‘afscheidsepisoden’ op het einde der beide dichtwerken. De vergelijking dezer verzen zal dit duidelijk maken. Maar de vertaling van Crawford, die de critici gebruikten, zet Longfellow in een vals licht.
Ziehier de tekstvergelijking:
The Song of Hiawatha, XXII, 217-227:
Westward, westward Hiawatha
Sailed into the fiery sunset,
Sailed into the purple vapours,
Sailed into the dusk of evening.
And the people from the margin
Watched him floating, rising, sinking,
Till the birch - canoe seemed lifted
High into that sea of splendour,
Till it sank into the vapours
Like the new moon slowly, slowly
Sinking in the purple distance.
Gezelle:
Hiawadha's blinkend vaartuig,
naar 't te Gode gaan des zonlichts
door de peersche heerlijkheden
van de deemstere Westerdiepte.
| |
| |
Al het volk stond op het vloedmark,
na te schouwen hoe hij heentoog,
op en neêr en voorwaards dopte,
deur dien vloed van blakend purper,
hoe hij neêrzank in de dampen,
zoo de nieuwe mane neêrzinkt,
in de peersche verten, traagzaam.
Crawford's Kalevala, 50e zang:
Westward, westward, sailed the hero
Thus the ancient Wainamoinen
In his copper-banded vessel,
Left his tribe in Kalevala,
Sailing o'er the rolling billows,
Sailing through the azure vapors,
Sailing through the dusk of evening,
Sailing to the fiery sunset,
To the higher-landed regions,
To the lower verge of heaven;
Quickly gained the far horizon,
Gained the purple-colored harbor.
Vergelijken we nu in verband met deze tekst de verzen 50: 501-506 van het oorspronkelijk Kalevala, de vertalingen ervan door Schiefner en Kirby, en de Nederlandse overzetting, dan wordt het ons duidelijk wat Longfellow aan het Finse heldendicht te danken heeft:
Oorspronkelijke tekst:
| |
| |
Schiefner:
Fuhr der alte Wäinämöinen
Mit der Segel lautem Rauschen
Auf dem Kupferreichen Boote,
Auf dem erzbeschlagnen Nachen,
Zu den höhern Länderstrechen,
Zu den niedern Himmelsräumen.
Kirby:
Then the aged Väinämöinen
Went upon his journey singing,
Sailing in his boat of copper,
In his vessel made of copper,
Sailed away to loftier regions,
To the land beneath the heavens.
Hartwijk:
Toen voer de oude Väinämöinen
Over 't bruisend wilde water
In zijn smalle sloep van messing,
In zijn ranke boot van koper
Naar de hoogste wereldruimten
Naar de laagste hemelstreken.
De twee laatste verzen vragen om verklaring: Väinämöinen voer ‘naar de hoogste wereldruimten, naar de laagste hemelstreken’ w.z. naar een plaats, die hoger dan de aarde en lager dan de hemel is, naar een plaats
| |
| |
dus, die tussen hemel en aarde ligt. - Bovenstaande tekstvergelijking toont ontegensprekelijk aan, dat Kirby dichter bij het oorspronkelijk Kalevala staat dan Crawford en deze dikwijls bij het Hiawathalied te raden is gegaan. Zijn Kalevalavertaling kan dus reeds om die reden onmogelijk invloed gehad hebben op ‘The Song of Hiawatha’. Longfellow heeft deze overzetting bovendien niet kunnen kennen, daar ze eerst na zijn dood verscheen. Ondanks de opmerkelijke overeenkomsten tussen de beide heldendichten mogen we hem dus niet van plagiaat beschuldigen.
Tot slot de moeilijk te beantwoorden vraag: Waarom heeft Guido Gezelle, die zich zo door-en-door in het Hiawathalied verdiept heeft, de hier behandelde Kale- vala-Hiawatha-twist tenenenmale verzwegen? De dichter heeft m.i. buiten deze kwestie willen blijven, die hij voor zijn vertolking van ondergeschikt belang achtte. Daar hij de kennis miste van het Fins, was het Kalevala hem vreemd. Hij beheerste echter het Engels. Daarom verstond en begreep hij ‘The Song of Hiawatha’. Hij maakte Hiawatha's doel tot het zijne: ‘de beschavinge en de tijdelijke voorspoed van zijn eigen volk... spijts allen tegenstand.’ En toen ook hij het geen hoger geluk meer wist te geven, beval hij ‘zijne stamgenooten aan de afgezanten van den Grooten Geest’, die hem toeriepen:
dat uwen volke, dat u zelven
vrede zij, van Christi wegen
vreugd, van Onzer Lieven Vrouwen!’
|
|