Boekbespreking
Dr. B. Naaykens, M.S.C.: Liefde en barmhartigheid.
Weinig doet het sober uitziende boekje ‘Liefde en Barmhartigheid’, uitgegeven door Desclée en Cie, Amsterdam-Brussel, vermoeden, dat het handelt over belangen van de hoogste Realiteit, maar tevens de openbaring is van een bron van troost, die alle menselijk begrip te boven gaat.
Het zijn n.l. de wonderbaarlijke onthullingen van het Goddelijk Hart aan een heel bescheiden hulpzustertje van de Sacré Coeur in Poitiers, in de tijd van 4 Februari 1920, haar intrede, tot 29 December 1923, haar dood.
Het boek, dat een bewerking is naar de oorspronkelijke Franse uitgave ‘Un Appel à l'Amour’, geeft de essentiële punten weer van de boodschap, die het Goddelijk Hart in nog dringender vermaning dan ooit tevoren, aan de wereld, aan de mensen van deze tijd, openbaart. Het is een beklemmend betoog aan de verdwaalde mensheid om een onwrikbaar vertrouwen te willen stellen in de barmhartigheid van de Goddelijke Liefde.
Steeds weer herhaalt Christus aan het uitverkoren Zustertje, dat het het grootste Geheim van Zijn Hart is, dat Hij de mensen oneindig bemint: dat het verlangen, dat Hem verteert altijd hetzelfde is, n.l. dat het Zijn Wens is, dat de zielen meer en meer Zijn Hart leren kennen. Alle gesprekken met Zuster Jozefa Mendenez zijn variatie's op dit ène thema. Dit is haar bijzondere zending: dat zij de wereld zal bekend maken, dat Hij wil, dat Zijn Liefde en Barmhartigheid zullen zegevieren. Christus' Boodschap geldt niet enkel de uitverkoren zielen, die zich reeds op bijzondere wijze aan Zijn Dienst hebben gewijd, zoals priesters en religieuzen, maar Zijn Woorden zijn gericht tot allen, die van goede wil zijn en Hij wendt zich met bijzondere nadruk tot de zondaars. Hij houdt niet op te verzekeren, dat, als de mens maar wil, Zijn Barmhartigheid steeds bereid is de mens te bevrijden uit de omstrengeling van de zonde. Sterker nog dan bij de openbaringen van de H. Margaretha Maria ligt in deze boodschap het accent op het onwrikbaar vertrouwen.
Het lijkt mij toe, dat vooral voor hen, die meer de God van Rechtvaardigheid vrezen, dan de God van Liefde beminnen, dit boek van Pater Naaykens zeer bemoedigend zal zijn, want uit de onthullingen van het Goddelijk Hart blijkt op overtuigende wijze, hoezeer Hij begaan is met onze ellendigheid en zwakheid.
Uitstekend wordt de figuur Jozefa belicht, die in het begin in het geheel niet geestdriftig is voor de uitverkiezing, die haar ten deel valt. Na haar ‘fiat’ wordt haar leven echter één strakke lijn naar God en wordt nogmaals het stralend bewijs van het woord van de grote minnaar, St. Paulus, bewaarheid, dat kracht in zwakheid volkomen wordt.
In de woestijn van deze tijd is deze uitgave voor ieder mens een oase, waar men de kracht zal vinden moedig verder te pelgrimeren.
A.M. DUSCH