Boekbespreking
Hella S. Hausse: Het woud der verwachting (Amst. Querido's Uitg. Mij., Geb. f 15, -).
De tweedelige roman van 824 blz., welke Hella Haasse wijdde aan het leven van de Franse dichter Charles d'Orleans (1391-1465) is - en ik wil dit vóór alles getuigen - een knap boek, zelfs een zeer knap boek. Aan de hand van de beste werken over deze telg uit het huis der Valois en zijn tijd, heeft de schrijfster zich op een dergelijke wijze in haar stof ingewerkt, dat men van historisch standpunt bezien bezwaarlijk hogere eisen kan stellen. Moest zij wat haar religieuze visie betreft als niet-katholiek noodzakelijker wijze aan de oppervlakte blijven, te loven valt het, dat zij over het algemeen geen averechtse voorstellingen debiteert. Niettemin acht ik dit boek als roman een mislukking. Ik ben mij ervan bewust met dit oordeel af te wijken van de meeste recensies, doch zou de schrijfster - juist omdat zij zo jong en talentvol is - geen dienst bewijzen door niet eerlijk mijn mening naar voren te brengen. En de reden waarom ik deze roman mislukt acht is deze: het skelet van de geschiedenis steekt tezeer door de huid van de roman heen. Of anders gezegd, ik mis er een zinnebeeldige verdichting in van het levensgevoel. Als zovele romancières begaat zij de typisch vrouwelijke fout een te grote aandacht te schenken aan het detail en dit niet in organisch verband te zien met het geheel. Want het gaat er, ook in de historische roman, niet om de gebeurtenissen en omstandigheden in hun uiterlijk min of meer spannend aaneen te rijgen: zij vragen een belichting uit de wezenskern van het verhaal, waarbij alles een gelijkenis, een symbool dient te zijn. Hieraan is Hella Haasse in haar boek (nog) niet toegekomen. Niet zonder vrucht zou zij kennis kunnen nemen van de zeer instructieve studie ‘Umgang mit Dichtung’ door Joannes Pfeiffer (Verlag Felix Meiner, Leipzig 1937), speciaal van het laatste hoofdstuk dat over het proza handelt. Het voorbeeld, dat de auteur hierbij toelicht, toont op overtuigende wijze aan hoe de romanschrijver het eerder
in de diepte dan in de breedte heeft te zoeken, wil zijn werk inderdaad van poëtisch gehalte zijn.
JACQUES BENOIT.