Roeping. Jaargang 27(1950-1951)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Jan Rietveld Uit het gebed van Mardocheus Sluit niet de mond van die U lof toezingen. Weer af van hen het duister van het graf en breek de muren rond hun wezen af, waarmee uw haters hun gebed bedwingen afgunst en nijd, die 't vrije hart omringen. Het hert dat vlieden wil in vrije draf tot U, verlos het van den toverstaf van hem die heerst over de aardse dingen. Want Gij zijt mijn verlangen, Gij, mijn God, hoezeer ook dreigend blijven opgeheven de duivels die belagen ziel en leven wier duister heir tegen mij samenrot. In stilte beid ik het geheimvol slot dat Gij hebt voor mijn levenszang geschreven. Vorige Volgende