Roeping. Jaargang 27(1950-1951)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Frans Babylon Basiliekengel Verlaten stenen engel, die geschaad maar souverein in strenge plooigewaden nog waakt voor één der basiliekarcaden, recht tegenover u voel 'k mijn verraad. Een Jacobijn verminkte uw gelaat, maar uw noblesse kon geen tijd zelfs schaden. Uw bovenaardse glimlach laat zich raden, nu gij vereenzaamd op uw voetstuk staat. Uw aanschijn is een troost voor mijn verdriet: want liegen bleek het lachen van gestreelde gezichten, flets van poedercoloriet. Praalwacht van Christus die ik vaak verried, als ik belust mijn eeuwigheid verspeelde, uw angelieke lach vergeet ik niet. Vorige Volgende