Roeping. Jaargang 27(1950-1951)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Leo Herberghs De levenwekkende De muziek zwijgt. De aarde wordt donker, woest en ledig als in het begin. De sterren, die de hemelen dronken, verschrompelen en vallen de diepte in. Gloed en warmte verteren, winden staan op en storten zich tomeloos rond de koude legers van de beminden. Alle leven wordt zwichtend en voos. Eén getijde. Dan de verheven fluisteringen van een onaards lied: uit de millioenen sterren een beven, dat de aarde in lichtglanzen giet Alle bloemen springen duizelig open, natuur ontwaakt, met leven bezield. En wijl rond haar de aarde knielt, komt zij stralende aangelopen. Vorige Volgende