Roeping. Jaargang 26(1949)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 651] [p. 651] Ed. Herkes Achter de Dom De uren slapen er. De straten liggen krom als drong elk huis zich naar de koestring van de dom. De hoge, brede deuren dragen koperen platen met namen van notarissen en advocaten. En langs de huizenrij ontbreekt een net trottoir: er is een trapje hier, een hardsteen stoepje daar. De stad is deze buurt, de buurt de stad vergeten al komen bedelaars hier graag hun boterham eten. Doch 't carillon verraadt de oude stilte niet en schenkt haar elk kwartier zijn klokkezuiver lied. Soms zit er een student tegen een muur te lezen. Als kind mocht ik zo graag in deze stilte wezen en mijmrend zitten kijken hoe een zonderling de vluchten duiven voeren kwam en dan weer ging. Vorige Volgende