hel en van alle ding op de dag, toen Gabriël Wees gegroet tot U zei, helpt nu, daar gij vol liefde over Uw dienstknechten denkt, genadig mijn verzen met welluidende rijmen en aangename, zoete stijl en verlicht mijn geest tot het einde’.
Andere zangen weer begint hij met een bede om Maria's hulp en als in de Litanie is hij onuitputtelijk in aanroepingen; hij noemt haar: ‘Reine duif vol nederigheid. Heilige Maagd, Moeder van Jezus, Moeder van alle ellendige stervelingen, Gelukkige ziel vol van genade, trouwe duif, bron van Liefde, Bron van genade. Moeder der zondaren, onze Bemiddelaarster...’ Zo gaat hij voort, steeds met een gebed: ‘Heilige Maagd, vol van iedere goedheid. Moeder van Hem voor wien men hosanna zingt, reine Maagd, serene Maagd, geef mij van Uw dagelijks manna; leid mij aan Uw hand tot het einde van dit verhaal...’ Welk een variatie weet onze dichter ook hierin te bieden, want elders weer klinkt het: ‘O glorievolle dochter van David, die ieder halfrond verlicht en de hemel tot iets schoons maakt, door wie zoveel bedroefde zielen gered werden van de dag, toen Gabriël “Ave” tegen U sprak tot dat hier onze gebeurtenissen geschilderd worden met Uw kleur, Uw kunst en Uw penseel; met Uw gunst zijn wij de helft van ons werk voorbij; laat nu mijn geest niet in schaduw en duisternis’. En nogmaals lezen wij zijn smeekbede om bijstand: ‘Maagd vóór de geboorte en nu en altijd; reine Maagd, Heilige Maagd die Uw Zoon in de hemel beschouwt, waardige Maagd, gewijde Maagd, Maagd die alles leidt en bestuurt, Maagd - onze Voorspreekster bij Jezus, Maagd vol van genade en glorie, eeuwige Maagd, help mij bij mijn verhaal’.
Zang XXI begint hij met een: ‘Dat God U behoede, o Maria vol van genade; Uw Heer moge in eeuwigheid met U zijn, o gezegende, o heilige, o Vrouwe van Nazareth, onder alle vrouwen gij, Maria, zonder wie mijn bootje stranden moet (als gij onze verbeeldingskracht niet helpt) dat gij tot nu toe zo snel gemaakt hebt; laat mij niet in de steek, nu ik reeds de uitmonding (het einde) zie’; om zijn heldendicht te beeindigen met de reeds genoemde sluitzang: ‘Salve Regina, glorievolle moeder, leven en hoop, zo vriendelijk en lief;