Geschiedenis
Daniel Rops: L'Eglise des Apôtres et des Martyrs. Arth. Fayard. Parijs 720 p, 450 frs.
Een van de meest in trek zijnde schrijvers van dezen tijd, geeft ons hier het 1e deel van zijn kerkgeschiedenis. Een uitgebreid onderwerp, dat gaat vanaf de kleine joodschristelijke gemeente van Jerusalem in het jaar 36 tot aan het eind van de 4e eeuw. Het is geenszins de bedoeling van S. volledig te zijn. Hij richt zich tot het grote publiek, om slechts een algemeen denkbeeld te geven van de eerste geschiedenis der Kerk.
Hier en daar zijn enkele foutjes binnengeslopen; b.v., dat Saulus de kleren bewaakte van Sint Stephanus, toen deze gestenigd werd; zo worden de keizers van het viervorstendom geprezen om hun 1200 wetten, waarvan de geest zeer rechtvaardig is en verdienen zij onder de grote romeinse figuren gerekend te worden; maar enkele regels verder begint een critiek, die eindigt met er oosterse despoten van te maken (p. 465).
Een meer betreurenswaardige nalatigheid is, dat in de bibliographie schrijvers worden opgenoemd, wier litteraire hoedanigheden naar voren worden gebracht, maar waarbij vergeten wordt de lezer te waarschuwen, dat hun werken op de Index staan, zoals Renan en Loisy.
Beschouwd van uit doctrinaal standpunt, is S. er vaak toe geneigd dingen van verschillende orde met elkander in vergelijking te brengen, zoals de bovennatuurlijke leer der kerk en de politieke sociale theorieën van het Keizerrijk. Daarmede wordt wel een litterair effekt verkregen, maar de geest is daarmede niet altoos voldaan.
Wij zijn er niet in geslaagd in het Evangelie terug te vinden ‘de les, zonder ophouden door Jezus herhaald, qu'il faut se faire présent au monde, pour ètre vraiment présent à soi’ (p. 157).
Vulgarisatiewerk dus, aangenaam om te lezen, interessant voor den modernen lezer, die geen ernstige studie wenst, en die er toch veel bij zal leren.
DOM E. MEEUS