Roeping. Jaargang 26(1949)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 197] [p. 197] Marie Koenen Aan Herman Moerkerk Bij zijn zeventigsten verjaardag 2 Maart 1949 Ge werdt in Brabant's Hertogstad geboren En gaaft uwhart en ziel reeds vroeg verloren Aan de overmacht der weidsche kathedraal. Die liet u 't spel verstaan van kleur en lijnen. Den toover van den schemer, het weerschijnen En levenwekken van den zonnestraal. De schoonheid-scheppers van de meester-gilden, Die, naamloos steeds, hun Schepper eeren wilden, Deden u grijpen naar het fijnst penseel. En Jeroen Bosch, de grootste uit hun loodsen, Leerde u het roerig leven na te bootsen En gaf u van zijn inzicht mild uw deel. Sinds lieten kleur en lijn u niet meer los: De humor, 't volk, de feesten van den Bosch, Ze boeiden u zooals zijn rijk verleden. Uw rustelooze rake teekenstift, Ze heeft uw naam in ieder hart gegrift, Dat houdt van Hertog Jan's roemruchte stede. Wanneer gij, op den leeftijd thans der sterken, Terugblikt op uw leven en uw werken, Aan de eedle kunst zoo adellijk gewijd, Dan weet: ‘Ik heb den roep der stem verstaan, ‘Wat God mij gaf te doen, heb ik gedaan’, - En voor veel schoons opnieuw schenkt Hij u tijd. Vorige Volgende