Roeping. Jaargang 26(1949)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 123] [p. 123] Harry Hunnekens Herfstnacht Heer, weemoed nevelt tekens in de luchten. Het rijpe fruit gaat vallen in het gras. En door de stilte trekt met geur van most en vruchten de bitterheid van stervend kruidgewas. Nu gaan gelieven stil in 't duister staren en voor het eerst vereenzaming en pijn van herfstig heimwee aan het raam ontwaren en huiverend elkander vreemden zijn. De vrouw gedenkt de asters in de tuinen, waardoor de koelheid van de regens gaat, die perk en bloemen keert tot vochte puinen, waaruit de nachtwind zerpe geuren slaat. En in de man roert weer het kind zijn handen dat zingend langs de dorre bermen ging de gouden resten van de zomer te verbranden, wier rook blijft schrijnen in herinnering. En buiten staat de nacht en vallen rijpe vruchten. Het kind gaat schreien, dat die pijn geneest. - O teder ritselen der bronzen herfstgeruchten: de vlinders zijn voorbij en 't dwalen van de geest. Vorige Volgende