Emile Erens
Marie Koenen
Reeds vijftig jaren lang bloeit in den tuin der Hollandse letterkunde het vruchtbare talent van Marie Koenen, en nog altijd schieten aan den ouden stam jonge loten uit en brengen bloemen van verrassende kleuren. Maar de plant staat in het katholieke gedeelte van den tuin. En de belangstellenden in dezen bloei, uit het noordelijk gedeelte van de lage landen zijn meestal slechts de katholieken, terwijl in Vlaanderen en het zuidelijk Nederland de waardering algemeen is, zonder onderscheid van geloof.
Marie Koenen is geboren toen er nog geen kolenmijnen of andere industrieën lagen in het Limburgse land. Zij groeide op in het geloof der vaderen, dat iederen dag het leven der landbevolking beheerst.
Zij had de zeldzame gave der vertelkunst gekregen die tot een onweerstaanbare drang werd naarmate haar leven zich verder ontplooide. Wat wonder dat zij dit geschenk dan ook gebruikte om het eenvoudige geloof van haar omgeving open te leggen. Zij leefde dus nog in het onbedorven land van de Maas en te midden der eenvoudige mensen van wier fel en warm leven zij zo simpel en ontroerend kan verhalen. Haar levenswerk is van verschillende aard: novellen, historische romans, legenden, boerenverhalen, licht geromanceerde heiligenlevens.
In haar jeugd was haar werk een rijk geornamenteerde romantiek. Doch al spoedig werd haar stijl sober en doorzichtig, ontdaan van al het overtollige der litteraire beschrijvingen, en het bewogen leven der mensen overmeestert den lezer door zijn klaren inhoud. Het meest waardevolle in haar werk is dan ook het dorpsverhaal doch niet om zijn lokale kleur maar om het zuiver menselijk element, zoals men dit ook bewondert in de letterkunde van andere landen. Voorbeelden zijn in de Russische litteratuur: Puschkin, Tsjechov en zelfs Tolstoï in zijn korte verhalen, of ook in de vroeger