Roeping. Jaargang 25(1948)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 529] [p. 529] Karel Vertommen Vluchtig schoon Mijn kinderen, hoe vaak heb ik het spel bedreven dat u gevangen houdt in zonnige zomertuin, het spel van kleurige bellen, die de blauwe lucht indreven, en schielijk openspatten in der bomen bladerkruin. Zo blies ook God de sterren, de werelden en zonnen met Zijn almachtige adem door een roggestro in 't ruim. Zijn bellen houden stand en zijn tot stof geronnen, ons werk is slechts een afglans van het Zijne en spat tot schuim. En daarom is er iets van God in spelende gebaren van kinderen die broze bellen blazen in de lucht en vol bewondering dit vluchtig schoon nastaren. Maar al wie schoonheid schept moet tot zijn scha ervaren dat hij slechts bellen blaast, die d'afglans schoon bewaren van God, de lengte van een zucht. Vorige Volgende