Roeping. Jaargang 25(1948)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 405] [p. 405] René klinkenbergh ‘Exsultavit’ Mijn ziel springt op, mijn ziel danst rond, wijl God oneindig groot is; mijn ziel, ze weet niet wat ze doet, wijl Hij zoo groot, zoo groot, zoo groot is. Wij twee, wij wonen samen eens, als koningen, als koningen... wie kan gelooven deze maar', die toch zoo waar, zoo wraar, zoo waar is. Ik heb gedronken van zijn wijn, mijn ziel raakt van haar zinnen... hoe kan, mijn ziel, hoe kan dit zijn? ik dronk zijn minne, minne, minne. Mijn ziel springt op, mijn ziel slaat aan en fluit gelijk een merel; ze zit te zingen op een tak, den tak van deze wereld. Vorige Volgende