Roeping. Jaargang 25

[p. 192]

Vic. Reinders
In mineur

Een perzik bloeit al rozerood
in rilde bloesems tegen 't blauw;
hij bloeit te schoon, te vroeg, want nauw
is winter over en wacht de dood.

Draagt niet de lente in zich alrêe
de herrefst en het doovend licht,
en woont het sterven niet al mee
in 't nauwgeboren wiegewicht?

De dood maakt alle vreugde stil,
en bloesems vallen in de zon, -
en 't hart, dat eenmaal zingen kon,
doods schaduw maakt het oud en kil.