Roeping. Jaargang 25(1948)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] Jan Hanlo Programma Met een zwart potlood zal ik je ogen tekenen, zwarte. Met blauw krijt zal ik je ogen tekenen, blauwe. En honderd gulden zal de prijs per stuk zijn. Een lied zal ik schrijven over de liefde. Een tweede zal ik schrijven over de ontrouw. En honderd gulden elk, zal het kosten. De schoonheid zal ik eren door de schoonheid, De vroomheid zal ik eren door de vroomheid. En honderd gulden zal mij hiervoor steeds gegund zijn. Het rijp zal ik omgeven met de Kerstnacht, De morgen met saphier, de avonden met lente. En de vergoeding staat op telkens honderd gulden. Zwarte takken zullen de storm zeven. Verloren melodieën nog éénmaal klinken. En telkens honderd gulden zal de koopsom zijn. [pagina 146] [p. 146] Jan Hanlo Nova lux claritatis tuae Laat ik maar stil in eenzaamheid verblijven Mij niet meer - nu niet - mengen in 't rumoer Waar ik zo dikwijls zocht mijn triestheid te verdrijven. 't Is beter nu te bidden, zelfs te wenen Als ik dat kon, opdat mij God verhoort. Want helpen zal mij zeker, buiten Hem, geen enen. En 'k wilde toch verlost zijn van mijn noden De driestheid van mijn min en kort gemoed. Geen vrede met wat kleinheid en wat lafheid boden. Och wil den ouden mens opnieuw verdrijven En zend een Lichtstraal in mijn pover hart En laat dit Licht nu langer in mijn werken blijven. [pagina 147] [p. 147] Jan Hanlo Vers Op mijn gitaar kan ik zacht een snaar aanslaan en dan mijn vingers vormen tot een ongewoon accoord of laat des avonds langs de door de storm beruiste bomen gaan 'k Kan bladeren in een boek met platen of op een nieuw vel van mijn bloc een streep zetten of dwalen naar de stenen bank waar we eens zaten Of met de trein naar Zantvoort naar het strand gaan en naar de grijze zee en de verlaten branding kijken en daar met gave schoongespoelde schelpjes in mijn hand staan [pagina 148] [p. 148] Jan Hanlo Kroop de mist Kroop de mist tussen de bomen? Dan is het herfst. Vloog de bonte kraai over 't dak? Dan is het herfst. Zaten de blaren als vanen aan de takken? Dan is het herfst. [pagina 149] [p. 149] Jan Hanlo Sonnet goeden nacht mandarijn uw gouden mantel werd vandaag gebracht en ook de blauwe van uw schoonzoon en de witte van uw jongste dochter de matrozen zijn vanmiddag opgehangen de witte hond heeft eindelijk wat gegeten rijst en hazenlever maar hij wacht nog op de naam die hij zal dragen in Kwangsi heeft het zwaar geregend er was een hevig onweer en daarna heeft het zwaar en lang geregend in de wilgebomen zweefde vanmorgen een geest en de paarden voor de keizer zijn verzonden de zeven paarden zijn vertrokken in twee wagens Vorige Volgende