Roeping. Jaargang 25(1948)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Lod. van Maelstede Psalm der deemoedigheid ‘'k Ben Uw bezit en zal van U eerst dan genezen zo 'k U vernietig, lid voor lid’. Albert Helman tot God in ‘Rebellen psalm’. Geef mij de vreugde van Uw heil en in Uw vorstelijken geest bevestig mij, en duld dat ik bij tijd en wijl het spotten van de horde lees: het gaat voorbij. En lach om 't zielloos dreigement van Helman - eens Uw convertiet -; ik bid voor hem die doofde aan Uw firmament zijn eigen licht; - o droevig lied van deze stem. Gij schiep den mens uit klei en zand en blies hem geest en leven in, wij danken U; schiep Gij dit kleine lage land van klei en zand met tegenzin? gedoog ons nu. Gij schiep de ganse dichterbent en speelt voor hen Uw schoon spinet, zij horen niet en krijsen naar Uw firmament, waar Gij Uw sterren hebt gezet, hun zinloos lied. [pagina 91] [p. 91] Gij schiep de rijmen en het woord en 't ritme van het zingend hart: o stil domein; van ieder hart hebt Gij gehoord den klop om blijdschap en om smart: vreugde en pijn. Doch Helman - kleine apostaat - krast met zijn kinderlijke pen hinderlijk luid, en balt zijn vuist naar Uw gelaat en zegt met overslaande stem: ik daag U uit. Bedelf hem onder dorens Heer en zet voor hem de bakens uit van pijn en schâ; hij keert weerom, - zijn hart is teer en hunk'rend naar de zoete buit van Uw genâ. Geef hem de vreugde van Uw heil en in Uw vorstelijken geest bevestig hem, en duld dat hij na tijd en wijl weer terugkeert uit het wild foreest; ik bid voor hem. [pagina 92] [p. 92] Lod. van Maelstede Vluchtige notities 1 De regen spreekt droefgeestig tegen het weerloze dak; een kraai zit als een verlaten weduwe rouwend op een tak; tien weerbarstige populieren staan aan den waterkant als spichtige dorre vingers van een dode hand. 2 De zon en het geduldige water houden een samenspraak: de woorden van de zon zijn immer flitsend raak, het antwoord van het water komt altijd juist te laat. 3 Honderd duizend sterren staan op wacht, een dolle lentewind buldert zacht en jolig tegen Gods blauwen nacht, de maan gluurt om een hoek en lacht. Vorige Volgende