Roeping. Jaargang 25(1948)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Jef Spuisers De stormen zijn geluwd De stormen zijn geluwd tot schromend zwijgen; en 't milde licht neemt weer de overhand: ijl, aarzlend wit, aandachtig en charmant speelt het zijn ouverture door de twijgen, wier zwangre knoppen naar ontplooiing neigen; al wat besloten lag wordt transparant en zoekt een schuchtre plaats in 't groots verband, waaruit verliefde vogeltonen stijgen. En 't menslijk hart, door zoveel teers ontdaan, tracht zich - nog melancholisch - te bezinnen, weifelend tussen werklijkheid en waan. Maar 't oude lied gaat weer met gloed beginnen en geen verzet schenkt daar ontkomen aan. Een hoge wet gebiedt: Gij zult beminnen. Vorige Volgende