Roeping. Jaargang 24(1947)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 695] [p. 695] D.v.R. Maria's verwachting Het was nu weldra negen maanden sinds in dien stillen nacht de engel, glanzend voor haar staande, Gods groetenis had gebracht. Zij had ontsteld naar hem geluisterd - beducht voor zooveel eer en dan eerbiedig-blij gefluisterd: ‘Uw wil geschiede Heer!’ Daarop was Hij tot haar gekomen, omlaag dalend gezwind, en had een lichaam aangenomen in haar: Gods Zoon, - haar kind! Sindsdien had zij Hem meegedragen in zoet geheim verhuld... nog slechts een luttel aantal dagen, dan was Zijn tijd vervuld. Hoe smachtte zij in deze stonde het nooitgeziene Licht, dat boeten kwam voor 's werelds zonde, te zíén:... een sterflijk wicht. ............ Verlosser, Dien ook wij verbeiden met brandend ongeduld, o kom de wereld weer bevrijden, zij is in rouw gehuld! Advent 1942. Vorige Volgende