Roeping. Jaargang 24

[p. 676]

Koenraad van der Meulen
Sonnet

Wanneer de duisternis in vroeger uren daalt
en alle groen, dat aan de weelge zomerbomen
zijn luister spreidde, langzaam in de wind vergaat
en van den grijzen hemel dichte vlagen stromen,

dan wordt aan 't vliedend jaar het hoog gelag betaald
dan heeft de tijd van schemerende avonddromen
gebied veroverd op de landen warm omstraald,
wijl dan de god vergaat die lentlijk was gekomen.

Doch in de wisselgang der immer snelle tijd
en in de keergang van zonnen en firmamenten
ligt d'oude pelgrimstocht ter volle eeuwigheid, -

en waar op 't warme Veld, in d'eindelijke Tenten
het laatste Brood en Wijn voor allen wordt bereid
vangt 't verre wonder aan der eeuwiglijke Lente.

[p. *23]

St. Christoffel
Renald Rats O.F.M