Roeping. Jaargang 24(1947)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 429] [p. 429] Frank Meyland In memoriam filiae II Reeds zijn de dagen vèr dat uw verscheiden ons klagend liet, en klein en troosteloos. De herfst zou ons een eenzaamheid bereiden van doelloosheid en kommer, ach van broos verlangen naar uw rust onder de aarde. Maar dat de Heer uw tenger wezen koos om bloem te worden in Zijn hemelgaarde, maakt ons gemis en onze droefheid mild. En zie: de herfst leert ons de leegte aanvaarden na dezen vollen zomer en het wild festijn der jonge en ongebonden zinnen... Uw moeder weent, kind, 't is de herfst die rilt door haar geween, en 't is een schuw beminnen, een rijp geluk uit maandenlang verdriet, 't is het onredelijk en traag ontginnen van uw gedachtenis. En anders niet. Vorige Volgende