‘Het Zielsavontuur van Desmond Bowdry’, roman ‘Sui generis’, geschreven door een monnik. - Drukkerij, Uitgeverij: J. Lannoo te Tielt; voor Nederland, A. Klemann, Plein 24, Wateringen, Z.H.
Een roman ‘Sui generis’, inderdaad: èn wegens den schrijver, die monnik is, èn wegens het geschrift zelf, dat door citaten uit dagboek en brieven zich voordoet, een weinig argeloos en doorzichtig, als een autobiografie, en aldus niet beoordeeld mag worden naar de eisen, die aan een werkelijk beproefde roman gesteld moeten worden.
De opzet en het verloop van dit zielsavontuur pleiten voor de verbeeldingskracht en het vormend vermogen van den schrijver, die in de persoon van dezen Desmond Bowdry waarlijk een karakter geschapen heeft, een mens ‘van bijna vlees en bloed’, en dezen mens weet te doen leven in omgevingen en lotgevallen tot wier beschrijving de kloostercel in veel gevallen alleen maar de stilte vermocht aan te bieden.
Vandaar dat dit avontuur, ofschoon van de ziel, van begin tot einde de aandacht gespannen houdt, althans bij den lezer, wiens smaak niet vergroofd is door Wild-West-verhalen en detective-romans.
Het zou echter onjuist zijn, uitsluitend het scheppend talent van den schrijver als oorzaak van deze spankracht te beschouwen. Want niet kan worden ontkend, dat ook de gebeurtenissen zelf, onafhankelijk van de beschrijving, in niet geringe mate de opmerkzaamheid trekken. Zij zijn zonder twijfel uitzonderlijk. Want de geestelijke ontwikkeling van Desmond Bowdry, een brits diplomaat aan het hof van Weenen en vice-consul in Venetië, begint bij een net soort godsdienstloosheid, zet zich voort in een volkomen oorspronkelijk ingericht franciscaans kluizenaarsleven op een eilandje in de Adriatische zee, en eindigt, na een idealistisch huwelijk, in een dodelijk ongeluk bij de heldhaftige redding van een kind; terwijl een zeer intieme vriendschap met het aartshertogje Ferdinand Joseph, een naar ziel en lichaam allerbekoorlijkst jongetje, op deze ontwikkeling een bepalende invloed heeft. ‘Ferdinand Joseph heeft me vóór den tijd Franciscaan gemaakt’. (blz. 50).
Wel voltrekt zich dus dit zielsavontuur in buitengewone omstandigheden, en is het leven van Desmond Bowdry verre van alledaags, zodat tevens de vraag gewettigd is, of het niet van een indringender schrijfbevoegdheid zou getuigd hebben, indien de keus van omgevingen en verhoudingen eenvoudiger ware uitgevallen.
De diepe ernst, waarmee dit verzonnen zielsavontuur verhaald wordt, en tevens de bekendheid met het ascetisch en mystiek leven, die zo duidelijk naar voren komt o.a. in de voortreffelijke bladzijden 109 tot 114, openbaren den monnik, en geven aan dit wat vreemd aandoend geschrift een waarde, die uitstijgt boven de letterkundige, ofschoon ook deze niet middelmatig is. Daarenboven voorkomt deze ernstige en geestelijke sfeer, dat de ‘pikante’ Ferdinand-Joseph-idylle ontaardt in een zwoele verliefdheidsverhouding en dat de brieven aan ‘de onbekende geliefde’, van toon en strekking idealistisch blijven.
M. Molenaar M.S.C.