Roeping. Jaargang 24(1947)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 309] [p. 309] Lou Vleugelhof Onder de abelen Ziet gij de blaren overal vergelen nu weer de zomer in ons sterven gaat? Laat ons zacht treuren onder de abelen, omdat de nachtegaal er niet meer slaat, de dagen kil zijn en de sterke geuren van groeiend hout alom verdwenen zijn, omdat de bomen zo gelaten beuren de troosteloosheid van hun winterpijn. Zie, alles valt weer naar de aarde neder. Maar houd uw blik de einder toegericht, daarachter draalt zo eindeloos en teder de witte zuiverheid van klaarder licht, dat op zal rijzen, als uit duizend kelen de nachtegaal een nieuwe lente slaat en als ons hart in schaduw van abelen tot nieuwe zomerbloei geopend staat. Vorige Volgende