Dr M.M.J. Smits van Waesberghe s.j.
Zwerver en eenzaat - heilige en held
Wij spreken van Existentialisme, van Christelijk Existentialisme, en wij bedoelen hiermede het trachten naar een wijsgerige doorgronding van den levenden mens. Dit heeft zijn recht van bestaan. Doch als wij het menselijke leven ten scherpste willen doorvorsen, dienen de Heiligen in Gods Kerk ons licht te verschaffen. Zij immers peilden de diepste structuur van 's mensen wezen, beleefden de oerbeginselen van zijn bestaan. De Heiligen, die van de goddelijke oorsprong, de goddelijke instandhouding en vervolmaking van hun wezen zich tot het uiterste bewust waren, zijn in hun persoonlijke, altoos wisselende beleving van deze fundamentele verhouding de Christelijke Existentialisten bij uitstek.
Ook Nicolaus von Flüe, van wien wij op de Hemelvaartsdag de Heiligverklaring verwachten, behoort tot dezulken. Er zijn twee aspecten van 's mensen existentie, die hij ten volle beleeft. Hij is de toegewijde vader van een talrijk gezin. Op zekere dag verlaat hij de zijnen en neemt afscheid van huis en grond. Vreemd, doch alleen verklaarbaar uit Gods volstrekte Souvereiniteit, die het leven van den mens bestiert naar Zijn wil en behagen. Eenmaal vertrokken van zijn gezin, leidt Nicolaus het harde leven van zwerver en eenzaat. Hiermede veraanschouwelijkt hij de waarheid, dat het leven van den mens een zwerftocht is naar God, een rusteloze reis naar zijn eeuwig, vredig Thuis. Zo verklaart het Existentialisme der Heiligen de levensloop van dezen merkwaardigen man.
Vijftig jaar lang leefde deze oerechte Zwitser verknocht aan zijn geboortegrond, die hij als boer bewerkte, in het kanton Obwalden, in het plaatsje Flüeli bij Sachseln, van 1417 tot 1467. Zijn huwelijk met Dorothea Wisz schonk hem vijf zonen en vijf dochters. Hij vervulde dienstplicht als vaandrig en kapitein, als rechter en raadslid nam hij deel aan het openbare leven. Zijn zonen waren hem reeds behulpzaam bij