D.E. Wending
Zijn komst
De leeuw van zijn kracht staat gekromd,
om zijn sprong te doen op het land,
waar de kinderlijkheid versloeg tot stof
en de wijsheid werd geacht als zand...
De leeuw van zijn kracht staat gekromd
naar het land, dat tot woestijn verwerd,
waar een kalken zon van toorn schilfert,
waar de wind sisblaast als een slang...
Als de bronzen schrik zich heeft neergeplant
in de van menschen wemelende wildernis,
of een wervelwind in den nek hen grijpt,
nergens en overal vandaan,
stoot hij zijn stem als een paarse vlam,
die den ovenmuil uit de manen beflakkert -
stem, die den trotschen den blik verschroeit,
aan de weters den geest als 'n blad doet krullen -
stem, die het kind als een haag beveiligt,
de wijsheid der wijzen nieuw vuur infonkelt -
stem, die den brand slaat in 't dorre gesleur,
opjaagt de zielen, als krijtende reeën -
stem, die den ban van de wildernis scheurt,
het welige weer door het woeste doet breken -
stem, die de menschdieren menschwezens maakt,
mannen en vrouwen die God uitademen -
stem, die de koppenden tuimelen doet,
den stroom in, die van 't vlambrullen opkookt...
Spring uw sprong, gekromde leeuw,
brand uw brons in het woestijngrijs;
huil uw kracht in alle oor,
dat den mensch het merg kil siddert,
woelende den grond in schrijvend,
dat gij er het lijf van rekt,
de aantocht van den Heerlijke!
|
|