Roeping. Jaargang 23(1946)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 581] [p. 581] Frank Meyland In memoriam filiae. † 23 Sept. '46. We liggen eenzaam in ons bed te droomen, onz' oogen wijd gespalkt, en d'armen strak gestrekt langsheen het lijf; al maar te droomen en t'overdenken hoe het leven brak in d'oogen van ons kind. Vergeefs is 't vluchten voor d'eenzaamheid die 't nuttelooze wrak van onze droefheid drijft; alleen maar zuchten om 't wreede schenden van dien korten droom en om de lêege wieg... Ach, jonge vruchten ontrukt de najaarswind aan hunnen boom: zij ploffen moe in't natte gras der gaarden, en zerpe herfstgrond slurpt hun zoet aroom. Maar nu ons kind geborgen werd in d'aarde, bezegelt zijn gemis ons troostend lot: wij sluim'ren in de nachtelijke gaarde, gevangen in den slaap, gevangenen van God. Vorige Volgende