aan de liefde, waarvan hij de verschillende vormen, de voorwaarden en eigenschappen op rustige en duidelijke wijze bespreekt. Het derde hoofdstuk is gewijd aan de plaats, die man en vrouw in het huwelijk en in het gezin innemen, waarbij uiteraard de juiste verhouding tussen beiden ter sprake komt. Aan de verschillende doeleinden, waarop het huwelijk en in het bijzonder het christelijk huwelijk gericht moet zijn, is het volgende hoofdstuk gewijd, dat uitvoerig stilstaat bij de vraag, in hoeverre het voortbrengen en opvoeden van kinderen als primair doel gezien moet worden. Het boekje sluit met een beschouwing over de opvoeding van het kind en over de fouten, waaraan ouders zich bij de opvoeding gemakkelijk schuldig maken.
De schrijver heeft de algemeen aanvaarde gegevens van de psychologie, de beginselen van de natuurlijke ethiek en van de christelijke huwelijksmoraal tot een goed sluitend geheel verwerkt. Er spreekt uit dit werkje een eerlijke overtuiging en een grote ontvankelijkheid voor de schoonheid en het geluk, dat in het huwelijk en het gezinsleven ligt besloten. Daar staat tegenover, dat ook dit boekje weer enkele scheve opvattingen naar voren brengt, die door de vanzelfsprekendheid, waarmee ze verkondigd en verdedigd worden, bepaald onhebbelijk aandoen, terwijl de schrijver bij de weerlegging van z.i. verkeerde opinies en bij de aanduiding van misstanden zich wel eens laat verleiden tot pathetische uitweidingen, die men kwalijk ernstig kan nemen. De man is niet de eerste in het huwelijk en in het gezin en de gezagsdrager binnen het gezinsverband omdat hij voor de dagelijkse boterham zorgt, maar juist andersom: omdat hij het gezinshoofd is, moet hij aan de eerste levensnoodwendigheden voor alles aandacht besteden. Het is waar, dat de vrouw beschermd en bemind moet worden, maar dit kan men moeilijk haar specifieke taak noemen en het is geenzins een ‘nonsensikale conclusie’ om in meer dan een opzicht van een passieve functie van de vrouw te spreken. De tirade over de vrouwen en moeders in de fabrieken is wel zeer krenkend voor deze slachtoffers van het huidig maatschappelijk en economisch bestel! De beschouwing tenslotte over het voortbrengen en opvoeden van kinderen als primair huwelijksdoel had grotendeels achterwege kunnen blijven, als de desbetreffende canon van het Kerkelijk Wetboek meteen volledig was geciteerd, welke nu uiteraard in een scheef licht komt te staan.
Ook dit boekje bevat weer een zeer merkwaardige noten-lijst. Geen enkele verwijzing is volledig en daarom had deze lijst net zoo goed weg kunnen blijven. Aan verwijzingen als ‘uit een brief van St. Paulus’ heeft de lezer niets.
MANFRED STAVERMAN O.F.M.